Puzzelrit/Vossenjacht 2010 21-08-2010
Misschien ook geholpen door de goede weersverwachting, stonden op de 21e augustus 23 mannen en vrouwen aan de start van de puzzerit/vossenjacht.
Er was een route uitgestippeld die achter ons parcours, de golfbaan en uiteindelijk tot langs het Wantij en de Biesbosch leidde.
Onderweg was het de bedoeling dat er op een op papier gestelde vragen werd geantwoord.
Al wachtend in de Mol-kantine verheugde ik me al op de discussies die los zouden barsten bij terugkomst van de deelnemers.
Zat er nu wel of geen stikstof in die blauwe pijp die boven de grond uitstak. En die buslijn was dat alleen lijn 4 of was het een ander nummer, of zelfs beiden.
Tja en als je niet de moeite neemt om dat "hele" eind naar de oever van het Wantij te fietsen, dan weet je nooit hoe dat pand aan de overkant heet.
Kortom al een heleboel voorpret.
Alle teams waren tijdig bij het eerste inleverpunt. Wat er daarna is gebeurd, is me vandaag in ieder geval niet duidelijk geworden.
Het enige team dat uit drie personen bestond, presteerde het om heel ernstig de standaardtijd van 1 uur en 30 minuten te overschrijden. Maar ze kwamen toch lachend en min of meer uitgelaten binnen. Onderweg zal het dan wel snor hebben gezeten.
Uit de score bleek dat de vragen van de tweede helft nog makkelijker waren dan die van de eerste helft. Ondanks de moeite die we hebben gedaan om de Merwelanden tot het laatst toe te bewegen die vlaggemasten neer te halen.
Uit de antwoorden is gebleken dat onze smeekbeden zijn verwoord en dat die vier op een rijtje staande vlaggemasten kennelijk in het holst van de nacht zijn omgezaagd. Hulde voor het restaurant. Dat de teams er na enig zoeken pas achterkwamen dat het antwoord geen cq nul was, drukte in ieder geval niet onze pret.
Een team had het de gehele dag te kwaad. Alle antwoorden die zij aan het papier hadden toevertrouwd waren of niet goed of verkeerd of deugden niet. Was het goede antwoord bijvoorbeeld 35 dan kreeg dat team het voorelkaar om dan 53 te schrijven. Voor dat team gaan we volgend jaar vragen bedenken waarbij de antwoorden in ieder geval de cijfers niet in een verkeerde volgorde geschreven kunnen worden. Als voorbeeld vraag zou ik me nu even kunnen voorstellen: welk getal krijg je als het aantal dagen in de week optelt bij een 4-daagse werkweek. Het zou me verbazen als dat team het voorelkaar krijgt om het getal 11 verkeerd om te schrijven.
Ik schrijf nu al over volgend jaar, want ik heb het idee dat we aan de deelnemers een leuke rit hebben voorgeschoteld. Een evenement dus dat zeker een vervolg zal moeten hebben.
Vooral leuk was de aanwezigheid en actieve deelname van de partners en een dochter van onze Mollers.
Daar doen we het eigenlijk ook voor.
Gewoon een gezellige ochtend, een broodje een drankje. En de zon.
Mijn molletje, mijn molletje, wat wil je nog meer....
Douwe
Naar Linschoten 1-8-2010
Wat valt je zoal op op zo'n vroege zondagochtend in De Molkantine. Zo een half uurtje voor het vertrek.
De trouwe Co.
De Co die zijn geld telt terwijl de koffiepot langzaamaan zijn werk doet. Zich vult met die voor die tijd zo broodnodige bruine oppepper. Co doet zijn best, altijd hetzelfde humeur en niet van zijn stuk te brengen.
Zonder Co, geen thuiskomen in de kantine.
Koffie klaar, één euro voor de omzet en eentje voor de volgwagen. Op zoek naar een nog leeg tafeltje. HET tafeltje. Dat tafeltje waarvan je weet, dat daarna omringd zal gaan worden door die andere vroegopstaanders. Die met de fiets alvast opgewarmd uit het Slie- of Papendrechtse komen. En dan natuurlijk praatjes voor twee hebben. Ook al zijn het er drie.
Gauw een stoel "reserveren" door je kopje er maar alvast bij neer te zetten. Kan die effe afkoelen. De koffie...
Verder toilet maken, die grote tas, waar van alles inzit wat je telkens toch niet nodig hebt, in de volgauto zetten. Achter het kopje gaan zitten en genieten. Van de koffie en de wederom fantastische verhalen. Waar halen ze het toch telkens vandaan, die verhalen dan.
Wreed wordt dat vaak verstoord door een man die op een fluitje blaast en roept dat het nog vijf minuten duurt. Ja wat?
Oeps, ik zou nog wat vertellen over de MOL-2daagse. Met die zonnebril op, zie ik niet alle reacties en zonder die bril nog minder.
En dan waar we, 40 man en 2 vrouw, voor gekomen zijn.
We storten ons in het landelijke. In de stille waard rond Alblasserdam. Waar de koeien ons verbaasd aankijken. En zich de ogen uitwrijven, die zijn ook net wakker natuurlijk. De wegen zijn maagdelijk. De stilte is hoorbaar. Alleen het zingen van de bandjes over het nog vochtige asfalt. Af en toe een kreet van een oplettende Moller, die het volgens afspraak, nodig vindt om te roepen dat er een paaltje ons pad doorkruist. De stilte voorbij. En misschien wel een in zijn bed stuiterende autochtoonse Alblasser.
De natuur wordt wakker en het Mol-peleton staat ineens voor de pont bij Schoonhoven.
Op de één of andere manier moeten wij bij een Mol-rit altijd wel een rivier passeren. Tunnel, brug of pont er is in onze provincie een ruime keuze. Het wachten op het veer is een mooi moment om een bananenschil netjes in de afvalemmer te deponeren. En daar zaten die akelige wespen natuurlijk met z'n allen om een hoekje met een grote grijns op hun bek op te wachten.
Nou, kans genoeg met 2 vrouw en 40 man. Geëmancipeerd als ook wespen al zijn, maakte het voor hen niet uit. De eerste de beste werd beprikt en bestoken. In haar hand.
Na de overtocht rechtsaf de Lopikerwaard in, via D'ouwe school richting Montfoort, om uiteindelijk over een Via Ferrata (IJzeren weg) in het mooie Linschoten te belanden.
Op het terras van het wapen van die plaats, stond de koffie zo goed als klaar. We waren de enige gasten, op dat moment. Ik heb mijn dankbaarheid uitgesproken aan de dame die speciaal voor ons vroeg op was gestaan om de koffie klaar te maken. Ik heb daarbij niet gezegd dat Co veeeeel eerder was opgestaan, weet zij veel wie Co is.
En weer die man die fluit, en weer nog maar vijf minuten.
En wat wordt iedereen dan ineens nerveus.
Gedrentel om af te rekenen, half uitglijdend over die gladde steentjes, struikelend over een hoge drempel, voor de derde keer kijken of je toch echt niet iets vergeten bent. Eindelijk bij je fiets denk je de rust weergekeerd te zien. Natuurlijk niet, want is dit nu de snelle groep? Nee, dat zijn die anderen, of toch weer niet. En waarom zitten die twee dan daar? Die fietsen toch nooit met de snelle groep mee? Verwarring alom.
Als er uiteindelijk een gedeelte van die 42 deelnemers vooruit vertrekken, dan kan de rest ook aan het laatste stuk van de ze mooie rit beginnen.
Op naar de tweede pontale overtocht. Want als je op de heenweg een rivier oversteekt, dan is de kans heel erg groot dat je dat op de terugweg ook een keer moet doen. Deze logica werd gelukkig wederom bevestigd door bij Bergambacht, nu zonder de wespenfluisteraarster, het water te bevaren. Begeleid door bewonderende blikken en woorden van de overige varensgezellen die niet tot de Mollers gerekend konden worden, bereikten we veilig de andere zijde.
Het advies om vooraf wat kleiner te schakelen werd wederom niet door iedereen op juiste waarde geschat, wat leidde tot een aantal nogal hilarische en krampachtige pogingen om de wal te bestijgen. En dat ondanks het hoge water.
Na deze klim, door Alblasserdam en langs de Graafstroom de laatste kilometers naar het clubhuis.
En daar was Co, die tussen neus en lippen meldde dat hij de vrijdag daarvoor een jaartje ouder was geworden.
Co van harte gefeliciteerd en dank voor je goede zorgen.
Douwe.
Jan Jongman Memorial 11-7-2010
Zondagochtend 11 juli 2010.
Acht uur.
Ruim dertig Mollers gaan op pad voor de Jan Jongman Memorial.
Eerder werd Jan Jongman in een kort voorafje door onze voorzitter op warme wijze herdacht. De feiten dat Jan aan de wieg stond van de toerclub en de toerclub in hart en nieren was, werden onder een luid applaus door alle aanwezigen bekrachtigd. Hiermee werd waardering getoond aan het leven van Jan. Een leven dat in het teken heeft gestaan van de Mol. Opdat we niet vergeten...
Vanuit een nog nadampende Biesbosch ging de route naar het voor velen bekende café Goejanverwelle in Hekendorp.
Het café bereikten we nadat de altijd kuitenbrekende Brienenoordbrug met (voor mij dan...) veel gepuf en gesteun hadden beklommen. Waarna diezelfde brug er natuurlijk garant voor stond om mij als een volleerde Sanches af te laten dalen tot die scherpe bocht naar rechts. Da's toch altijd een ultieme beloning: benen bijna stil en toch een snelheid hebben. Jammer van die bocht, maar je kunt niet alles hebben.
Na de Brienenoord werd het toen nog slaperige Capelle ad IJssel -en het huis van Balkenende- gepasseerd en via Moordrecht naar Waddinxveen gepeddeld.
De damp was inmiddels opgelost, waardoor het min of meer aangenaam toeven was. Op een boot....
Die lagen en zagen we er maar genoeg, zo in de Reeuwijkse Plassen. Bijzonder gebied, midden tussen de grote steden ligt dat bijzonder landschap, met prachtige weggetjes. Weggetjes waar trouwens door alle soorten van vervoer gebruik van mag worden gemaakt. De oplossing om in dat gebied niet twee aan twee, maar achterelkaar te fietsen leidde tot veel minder stress en gaf de andere gebruikers van die weggetjes veel meer ruimte en aan ons meer begrip.
Warm en merendeels bezweet aangekomen bij genoemd café, werd het terras daarvan als een zoemende kudde horzels "in beslag genomen" en was het door die drukte soms lang wachten op je eerste kopje koffie.
Het wachten werd echter ruimschoots gecompenseerd door de aanwezigheid van een plaatstelijke sigaretten rokende en ice-tea drinkende autochtoon. Hij had het niet zo op die fietsers die dachten dat heel de wereld van hen was. Geen goed garen was er met die man te spinnen. Begrijpelijk: hij werd ernstig gestoord in zijn zondagse uitje, maar om zo een groep uiterst beleefde Mollers te schofferen, ging wel erg ver. We hebben hem uiteindelijk maar een verdere prettige dag gewenst, met veel zon op de bol. En het verdere gesprek maar gevoerd met twee andere gezellige en meer belangstellende gasten.
Na het intermezzo vervolgden we onze weg, met de aan de man gewenste zon. Maar dan op onze bol.
De forse tegenwind die daarna op kwam zetten, hadden we niet gewenst. Maar niet alle niet-wensen komen uit. Ook die dag dus niet.
We hebben de Jan Jongman Memorial tenslotte volbracht met net iets meer dan 100 kilometer op de teller. Gezien de omstandigheden was dat eigenlijk best wel genoeg.
Terug in de kantine, waar de familie Bakker een goed verzorgd koud buffet voor ons klaar had staan, werd ook de opbrengst van Zwijndrecht-Zwijndrecht bekend gemaakt en kon de cheque worden uitgereikt aan een vertegenwoordiger van het KiKafonds.
Douwe
Een droomrit 4 juli 2010
Hendrik Ido Ambacht, 4 juli 2010.
“Hoe krijgt hij dat nou voor elkaar?” moeten de meesten van jullie gedacht hebben toen jullie gehoord of gelezen hadden dat ik een fietsrit had gemaakt met een wel heel bijzonder mens. Sterker nog; nu, drie dagen later kan ik het zelf amper geloven. Maar goed, het bewijs is er; ik heb Lance Armstrong en zijn Radio Shack team mogen vergezellen tijdens een trainingsrit!!!
Op 1 juli gingen Gaby en ik op pad om te kijken of we bij het Van der Valk hotel in Ridderkerk een glimp konden opvangen van één van onze helden, Lance Armstrong. Het leek me vooral leuk om een foto te maken van mijn Duell terwijl hij tegen een Radio Shackwagen geparkeerd stond. De dag er voor was al gebleken dat het hotel hun zaakjes goed voor elkaar had en er voor gezorgd had dat, afgezien van mensen van de teams, echt niemand, ook geen pers e.d., binnen de hekken mocht. De kans op een glimp van Lance of een foto bij een Shack wagen was dus klein.
Een jaar nadat ik drie keer het boek “Door de pijngrens” van Lance Armstrong had gelezen kregen we te horen dat Gaby borstkanker had. Het boek had op mij al een grote indruk gemaakt maar vanaf dat moment kregen het boek, Lance Armstrong en zijn stichting Livestrong een bijzondere betekenis voor ons. Later hebben we tijdens het criterium van Stiphout allebei een handtekening van hem gekregen. Ik ben geen fanatieke volger van het wielrennen maar het gaan en staan van Lance wordt zeker in de gaten gehouden.
Vlak voor het hotel was een van de mensen van Radio Shack druk in de weer met een wegenkaart. In gebrekkig Engels wist hij te vertellen dat hij bezig was met de voorbereiding van een trainingsrit van the Boss. Hij leek er niet erg behendig in en al snel werd zijn plaats ingenomen door een vriendelijke Belg. Er ontstond een gesprek. Hij vertelde ons dat hij was getipt door het hotel dat ze een rustig traingingsrondje konden maken in de Hoekse Waard. Dat klopt natuurlijk maar daarvoor moest er wel eerst een route worden gevonden naar de Heinenoordtunnel. De route moest ten alle tijden geschikt zijn om met een auto te volgen. Dit voor het geval er materiaalpech zou zijn. Voordat we het wisten zaten Gaby en ik bij de Shack-Belg in de wagen. We voelden ons toen al als een klein kind in een speelgoed winkel. Vooral als we fietsers voorbij reden die ons met grote ogen nastaarden. Het vinden van de route ging prima en op een gegeven moment zei de man naast me; “Het zou handig zijn als er iemand mee gaat die de weg kent. Heb je zin om mee te fietsen?”. Ik kon mijn oren niet geloven en verschillende gedachten schoten door mijn hoofd; NATUURLIJK WIL IK DAT! Maar, kan ik dat wel? Er was me al verteld dat Lance en zijn mannen de dag er voor een zware training op het parcours van Parijs – Roubaix afgewerkt hadden en dat ze daarom een herstelrit van zo’n 80 km wilde maken. Wat kan mij het schelen? Ik doe het natuurlijk! Graag! Vooral de beklimming van de Heinenoordtunnel was een bottleneck. “Als ik ze daar kan bijhouden komt de rest ook wel goed.”
Toen we terug kwamen bij het hotel, moest er nog een tijdje gewacht worden tot alle teamleden er waren met natuurlijk als laatste Lance Armstrong zelf. Toen hij er eenmaal was zaten we al snel op de fiets en in peloton reden we door de hekken het terrein van het hotel af. Andere liefhebbers probeerden direct aan te sluiten. Door de teamleden van Radio Shack werd hen vriendelijk doch dringend verzocht uit het peloton te gaan en achteraan aan te sluiten. Toen ook ik dat verzoek kreeg zei één van de andere mannen “The guy in green is with us, without him we get lost!” (Het groene shirt heb ik onlangs gekregen na het volbrengen van de Drei Lander Giro) Ik voelde me zo trots als een pauw. Het tempo was goed vol te houden en ook Gaby kon tot aan de Heienoord het tempo bijhouden! Vanaf dat moment waren ook de andere liefhebbers gelost. Onderweg naar de Heinenoordtunnel kwamen we veel fietsers tegen die bezig waren met de toerversie van het Grand Départ. Mensen keken hun ogen uit en er werden enthousiaste kreten naar ons gegild. Inmiddels had ik me maar eens voorgesteld aan de man die de rit naast mij fietste; hij bleek Chris Horner te zijn. De sfeer was zeer ontspannen en tijdens het fietsen zaten we wat te keuvelen en grapjes te maken. Zo zei ik dat dit groepje me wel beviel en dat ik het wel leuk zou vinden als we iedere zondag met elkaar zouden trainen. Bij thuiskomst zou Gaby het niet erg vinden om dan een bak koffie voor ons te zetten. Al snel was daar toch de Heinenoordtunnel en het was er ook nog eens erg druk. Het Shack-team liet zich hard naar beneden vallen maar gelukkig kon ik voordat we aan de klim gingen beginnen een goed wiel pakken. Ik ben daar geloof ik nog nooit zo hard naar boven gereden en kon het gekozen wiel blijven volgen. Boven gekomen nam ik opgelucht mijn plaats naast Chris Horner weer in. Regelmatig werd er door de heren gerouleerd. Zo heb ik flink wat kilometers achter Lance gezeten. Ik besefte dat het niet slim was om mijzelf aan hem op te dringen. Het bleef bij korte zinnen en uitspraken als “good morning” en zijn vraag: “How far is it to the hotel?”. Ik meende te merken dat hij dat wel op prijs stelde.
Onderweg besloot Lance dat 80 kilometer te veel was en dat het bij zo’n 40 a 50 kilometer moest blijven. En dus werd de geplande route aangepast. We hebben zoveel mogelijk de doorgaande wegen gekozen maar toen we een keer op de provenciale weg terecht waren gekomen hadden de lokale Bromsnorren hun politie-auto dwars op de weg gezet; wij mochten daar niet fietsen. Nederland op z’n smalst; één van ’s werelds beroemdste teams is in de Hoekse Waard aan het trainen en de lokale boevenvangers willen hen direct het fietspad op jagen. Alsof dat veiliger is… De mannen in de wagen van Radio Shack gingen in gesprek met de agenten terwijl wij al het fietspad op waren gereden. De laatste 6 kilometers werden Chris en ik op kop gezet en mocht ik Lance uit de wind houden. Maar goed, de tijd vliegt als je het naar je zin hebt en voor ik het wist hadden we in iets meer dan 1,5 uur zo’n 50 km op de teller gezet.
Bij terugkomst moesten we ons geduld nog even bewaren maar uiteindelijk zijn we toch met Lance op de foto gegaan. Bij wat Googelen vond Gaby op de website van L’Equipe ook nog een foto van mij tijdens de rit. Samen met het artikel in de krant bewijsmateriaal dat deze droomrit echt gebeurt is. En de foto van de Duell tegen een wagen van team Radio Shack is ook nog even gemaakt.
Jaap Booster
Bockenreijderstoer 27-6-2010
Dat het warm zou worden.
Dat je even een uurtje in de auto moest zitten om er te komen.
Dat het heel vroeg was om uit de veren te komen.
Dat het maar een ritje van 110 kilometer zou zijn.
Dat je weer een uurtje in de auto moest zitten om thuis te komen.
De Bockenreijdersrit vanuit Rosmalen op zondag 27 juni.
Een rustige rit er na toe, in alle vroegte, met rechts van de weg een ooievaar in het landschap en koeien aan het ontbijt.
Een kleine twintig Mollers namen de moeite om van start te gaan van, wat later bleek, een prachtige toertocht door het Brabants land.
De tocht ging door het Brabantse land ten zuiden van ’s-Hertogenbosch. Vanuit Rosmalen, via stille weggetjes, langs afgelegen boerderijen en door donkere bossen door een schitterend natuurgebied, het landgoed “de Utrecht”. De koffiepauze was bij herberg “In den Bockenreijder”.
Prima uitgepijld, waardoor er maar twee kleine vergissingen werden gemaakt, die met de meest denkbare vrolijkheid werden geaccepteerd. Wij Mollers hebben daardoor nog meer waar voor ons geld gekregen. Een mooi dorpje van de andere kant bekeken en een “gesprek” aangeknoopt met een plaatselijke verkeersregelaar. De man wist niet beter en zwaaide naar ons. Gedacht werd dat hij ons de weg wees. Brabantse gebarentaal met een accent..
Maar wat een verademing om over de Brabantse dreven te trappen. Wat een rustige weggetjes en wat een prachtige natuur. Bossen, vennen, dorpjes. Asfalt, steentjes en een bijna kasseienweg.
Genoeg om te zien, genoeg om van te genieten en voor ons poldermensen was het gespotte duet reeën een moment dat het hart een sprongetje deed maken.
Dat hebben de thuisblijvers gemist.
De Bockenreijders legende.
In de 18e eeuw werd de naam Bockenreijders gebruikt door roversbenden die de Zuidelijke Nederlanden onveilig maakten. .Deze benden sloegen soms op één nacht op verschillende ver van elkaar verwijderde plaatsen gelijktijdig toe. De plaatselijke bevolking schreef het werk toe aan één en dezelfde bende.
De snelheid van verplaatsing leek in die tijd ongelooflijk en de mensen zagen er het werk van de duivel in, die de Bockenreijders de kracht gaven om zich op bokken te verplaatsen. De (weg) kapitein reed zelfs op een lichtgevende zwarte bok rond. Zij roofden met geweld bij de rijken en verdeelden hun buit onder de armen.
Douwe
De tweede helft 5-6-2010
Van Zwijn naar Drecht.
Dit jaar, door fysieke problemen en daardoor een slechte voorbereiding, heb ik gebruik gemaakt van de geweldige mogelijkheid om me met de bus naar Zwijn te laten vervoeren.
Al jaren gaat er in aller vroegte een bus van Zwijn naar Drecht om onze Belgische fietsvrienden op de startplek van het jaarlijkse hoogtepunt van DTC de Mol af te zetten. Wat vaak met bussen is, is dat ze weer terug gaan naar de plek waar ze vandaan komen. Ook in dit geval moest de Belgische bus dus weer terug naar Zwijn.
Maar waarom leeg, vroeg menigeen zich af. Of alleen met de chauffeur en de begeleidster van het sportcentrum van Zwijn. Er kunnen er veel meer bij, zo werd gedacht.
Dit jaar zouden er zes passagiers de uurlange reis aanvaarden. Met één ziek afgemelde deelneemster werden dat er vijf. Heerlijk relaxed over de A16. Vertrokken om 9:00 uur en om 10:00 uur aan de koffie. Zonnetje erbij en keuvelen. En ideeën uitwisselen. En elkaar vertellen wat de beste romp/rug oefeningen zijn. En dat elkaar voordoen.
Het was nog niet zo druk op het terras als dat het zou zijn rond 13:00 uur. Dus het kon nog (net).
Maar we kwamen natuurlijk om weer terug naar Drecht te fietsen.
En die anderen waren natuurlijk al helemaal warm gefietst, wij hadden het alleen maar warm van de soep gekregen...
We hebben het geweten. De aanloop naar de tunnel, de tunnel zelf (en niet het dalen dus!) kwam wel heel erg snel voor onze kiezen. Daar hadden we toch zeker niet een heel voorjaar slecht voor getraind. Hoge hartslag.
Maar wat een goed gedrag in de groep. Hoewel erg verleidelijk bij die steile tunnelafdaling, kon - tenminste in de derde groep- zich iedereen goed inhouden door gewoon te blijven rijden waar men eerder ook al reed.
Ben je de tunnel uit, dan heb je de hellingen nog niet allemaal gehad. Je moet dan nog, eigenlijk letterlijk, over Antwerpen heen, om uiteindelijk in Nederland uit te komen.
En om op de grens te worden uitgezwaaid door de Begische motoragenten, die ook weer een leuke dag hebben gehad.
Het blijft toch altijd een fantastische ervaring om met behulp van die kudde gemotoriseerde mannen ongestoord door het Belgische te fietsen.En natuurlijk werd de motoristische begeleiding in Nederland niet minder professioneel uitgevoerd. Ik zou die mannen ernstig tekort doen indien ik dat niet zou vermelden. Zij hebben immers de totale route afgelegd. 220 Kilometer in opperste concentratie. Ik geef het je te doen, om met die zware bakbeesten die steeds meer vermoeid rakende toerfietsers te passeren om daarna weer een kruispunt af te zetten of een koppige automibilist tot stoppen te manen.
En over het weer ga ik het maar niet hebben. Behalve natuurlijk dat ik me alleen maar uit heel vroegere tijden herinneren kan, dat de gehele tocht was overgoten met een zonnige jus. En dit jaar weer mooi weer. Zo eens in de tien jaar komt dat voor dus....
Heeft die warmte haar tol geëist? Behalve de irritaties door de MOL-broeken, viel het me op dat een aantal deelnemers onderweg niet genoeg dronken en aten. Steeds meer kaarsjes gingen nog voor de Moerdijkbrug langzaam uit. Ik weet het, het is allemaal de eigen verantwoordelijkheid om voldoende brandstof tot je te nemen, maar met één bidonnetje water of een kaakje en een cracker, daarmee red je het echt niet. Dat is wat me opviel.
Ook viel het me op dat er (in verhouding tot het ledenaantal) niet al te veel Mollers waren.
De mannen/vrouwen die op de doordejaarlijkse zaterdagen of zondagen aan de start verschijnen, kunnen naar mijn idee niet vanwege de afstand verstek hebben laten gaan. Zeker niet als ze weten dat je van Zwijn naar Drecht kunt fietsen en van Drecht naar Zwijn met de bus kunt gaan. Of wisten die Mollers niet dat je ook deze manier genieten kunt.
Het is en blijft een prachtige vlakke (nou ja...) toertocht. Al doe je 'm maar voor de helft.
Douwe
De lappenmand komt leeg (woensdag 2-6-2010)
Vandaag voor het eerst na een aantal weken (of waren het maanden?) met de mannen met het eeuwige leven meegefietst. Het was een hartelijk weerzien in de ruimte met de meest slecht denkbare acoustiek bij Realplus, maar waar de koffie maar 1 euro kost. Uit beleefdheid heb ik me vanochtend maar voorgesteld aan de woensdaggroep, een warme handdruk zegt vaak meer dan twee woorden.
En toch vergat ik de mannen te bedanken voor de fruitmand die Anton een aantal weken geleden bij mij thuis bracht. Bij deze dus: bedankt.
Voor het vertrek om tien uur werden er twee groepen samengesteld. Eén voor hen, die net uit de lappenmand kwamen of wat vroeger thuis wilden zijn en één voor de bikkelaars en die van geen lappenmand weten of vinden dat half vier thuiskomen ook vroeg genoeg is.
Het waaide vanuit het noorden. Dus? De bikkelaars reden naar de paters in Meerseldreef.
Heen wind mee, en terug niet. De mannen die het effe of langer wat rustiger wilden doen, trokken naar Dussen. En hadden ook wind.
Maar wat een goed idee trouwens om op woensdag met twee groepen te gaan.
Zo raken de lappen lekker snel uit de mand en worden die daarna weer op een mooie manier gezonde mollen.
Kortom, vanochtend wakker geworden met een zonnetje aan de lucht. En -wonder oh wonder- hij schijnt nu nog steeds.
Ook voor mij is nu het fietsseizoen begonnen. Laat mijn luchtwegen geplaveid blijven zonder kriebels.
Ik wil die mannen met het eeuwige leven niet kwijt.
Douwe