De Erwtensoep rit.
Vandaag is het weer tijd voor de afsluiter van het seizoen; de erwtensoeprit. Volgens de weersverwachting kunnen we na afloop net zo goed gaan BBQ-en. De stempelkaart die ik enige weken geleden heb ingeleverd is goed vol en ik denk dat ik ergens in de Top-5 van het klassement zal staan. Maar er zijn ook nog andere kapers op de kust als Adrie Bras, Ad Sleicher, Anne Marie en Evelien Verjaal.
Gelukkig ziet mijn vrouw Gaby ook weer eens kans om mee te kunnen fietsen en mijn zoontje Quincy (naar Q. Jones) mag mee op de volgwagen. Hij zal gaan proberen onderweg wat mooie foto's te maken.Zo wordt een rit bij de Mol een familie uitje. Maar ook de familie Gelderblom was goed vertegenwoordigt. Jan had zijn zoon Mart meegenomen. Zoals jullie misschien weten rijdt hij wedstrijden bij de jeugd van DRC de Mol maar vandaag rijd hij op zijn schitterende Bianchi op kop van het peloton. Hij heeft de tocht helemaal uitgereden en dat is toch een prachtige prestatie! Amper het clubgebouw verlaten te hebben is er al het eerste oponthoud; iemand is z'n bidon verloren. Oprapen maar en snel weer verder. Enkele kilometers verder stond de eerste fietser met lekke band; Gaby! De grappen zijn niet van de lucht en al snel kan ook zij weer de rit vervolgen.(Er zou eens een sponsor gevonden moeten worden voor wat nieuwe wielen; hoeveel mensen rijden er nog met 8-speed?) Onderweg vraagt Gerrit vd Bogerd of ik nog ruimte heb in mijn kast en ik begin dus al nattigheid te voelen. Vlak voor de thuishaven wordt Wim Bakker ook nog getrakteerd op een lekke band. Aangekomen bij het clubgebouw staan de erwtensoep en bekers al klaar. Geheel volgens de mode van dit jaar zijn die bekers in de glimmende bling-bling, pimp my beker stijl. Eén voor één worden mensen naar voren geroepen door onze voorzitter Ad Stam om hun bekers op te halen. Op de derde plaats staat Ad S. en ik was nog niet opgeroepen; spannend! "Op de eerste, ex aequo plaats; Jaap Booster." En op het hoogste schavot; Wim Bakker. Bij hem wordt de felbegeerde trui om de schouders gehangen. Ik ben wel even beteuterd maar vermoed ook direct dat het wel weer goed zal komen. Vervolgens het Supermol klassement; ik vind het steeds spannender worden. Uiteindelijk is het toch zover; ik ben Supermol!!! Ik kan jullie vertellen dat ik hier apetrots op ben en met veel plezier de trui zal dragen.
Tot slot wil ik het bestuur en alle andere vrijwilligers hartelijk bedanken voor de vele uren die zij dit jaar weer hebben ingezet. Zonder hen geen website, geen touragenda, geen clubblad, geen volgwagen, geen schoon toilet, geen bakje koffie, geen Mol 3-daagse enz. enz.
En... dus ook geen Supermol. Beste mensen; BEDANKT!!!
Graag tot het volgende seizoen.
Vriendelijke groet,
Jaap Booster
Wanneer weet je het zeker.
Er zijn molleden die lang twijfelen over wat ze nu wel of niet willen. Neem nauw b.v. Jan v/d Glas. De afgelopen jaren heeft hij voor zover bekent 3x een mountainbike gekocht om met zijn vrienden te gaan crossen in de winter en dezelfde aantal keren weer verkocht omdat hij er geen zin meer in had. Kortom een jaartje wel en een jaartje niet. Een paar weken geleden weer een karretje (Hybride achtige ATB) gekocht en meteen voor de eerste keer richting Dorst voor een eerste kennismaking met dat nieuwe karretje.(Stiekem trainen Jan om jou vrienden van de winter voor te zijn?) Koud op het parkoers een eerste slippertje, maar het is wel effenwennen dus kom op vooruit met die geit. Een steile afdaling een stukje verder op het parkoers ging Jan voor zijn fiets uit doordat een boomstronkje zijn nieuwe karretje tegenhield. Een harde landing op zijn rug tot gevolg. Jan voelde meteen dat dit niet de goede manier van afstappen was geweest. Hij kon niet meer overeind komen en verging van de pijn. Midden in het bos maar gelukkig wel vrienden bij hem om hulp te halen. Een ambulance werd gebeld en zo dicht mogelijk naar de plaats van het ongeval gebracht. Jan werd vervolgens op een schepbrancard door het bos gedragen richting de ambulance en naar Breda afgevoerd. Hier is hij uitvoerig onderzocht. Het was voor Jan een hele pijnlijke ervaring, een geschuurde ruggenwervel had hij opgelopen. Hij mocht dezelfde dag wel weer mee naar huis met een doses pijnstillers in injectievorm om verder te revalideren. De laatst berichten zijn dat hij zeer snel aan het genezen is en er a.s zondag 16-Okt weer bij hoopt te zijn. En dat zijn nieuwe karretje alweer verkocht is en dat hij nooit meer gaat crossen en helemaal nóóóóóoit meer een ATB koopt. Tja, anno 2005 mag deze foto, midden in het bos gemaakt van Jan, niet ontbreken.
Gerrit-J v/d Bogerd.
100 Cols Tocht (1e deel)
Verslag Cees Bakker (1e) deel 100 Cols Tocht, via Cycle Tours. (15-27 juli 2005)
De “100 Cols Tocht” wordt de zwaarste fietstocht ter wereld genoemd, maar ook de mooiste!! De tocht is in 1979 door de “NRTU” geïntroduceerd, maar omdat de Unieraad echter besloot de organisatie van buitenlandse tochten te staken, is hier geen vervolg aan gegeven. In 1983 heeft “De Domstad” de tocht opgenomen in haar programma en in 2003 werd de tocht overgedragen aan de “Stichting 100 Cols Tocht”.
De route wordt elke 2 jaar gecontroleerd, zo nodig aangepast en is enkele keren ingrijpend gewijzigd, waarbij alternatieven worden gezocht voor drukke wegen. Thans is de tocht ruim 4000 km lang, met 106 cols en 66 côtes en een totale denivellatie (klim- hoogtemeters) van 58.000 mtr. Ter vergelijking, Luik- Bastenaken- Luik kent een denivellatie van 3.000 mtr en de Tour de France van circa 20.000 mtr. Dus drie maal de Tour de France, qua hoogte!! Sinds 1979 hebben zo’n 190 mensen de tocht volbracht. Sinds 2003 wordt door Cycle tours voor de 3 keer georganiseerd, telkens 1/3 van de totale tocht in 2 weken. Cycle tours zorgt voor de reis, de overnachtingen - in tenten op campings - en de verzorging onderweg.
15/16 juli.
Heenreis in slaapbus. ‘s Middags 6 uur in Eindhoven opgestapt, fiets in aanhanger en volgende morgen 9 uur in Avingnon op de camping. Na ontbijt tent opgezet en na de middag, met Tijmon - mijn maat op deze reis - en Wim, een fietstochtje van 75 km gemaakt door Avingnon en omgeving. ‘s Avonds met Tijmon de oude stad van Avingnon bekeken. De groep bestond uit 18 fietsers, waarvan 1 vrouw, in leeftijd variërend van 32 t/m 65 jaar,
2 begeleid(st)ers en een transportbus. Wij waren met vier 60 plussers, Tijmon en Thijs (61), Hans (63) en ondergetekende (65). 2 personen hebben niet alle cols en côtes kunnen fietsen, de zwaardere cols in de auto gedaan. De dagelijkse routine was ‘s morgens circa half zeven opstaan, wassen, aankleden, gezamenlijk de huishoudelijke taken vervullen, zoals tafels dekken voor ontbijt en alles klaarzetten. Dan gezamenlijk ontbijten, gevolgd door afruimen, afwassen, eettent, tafels en banken inladen in de auto. Daarna tent afbreken, tassen inpakken en alles in de auto inladen en tussen 9 uur en half tien klaar voor de start. ‘s Middags en ‘s avonds het omgekeerde ritueel. De begeleiders, de vrouwelijke kok, Ellen en de chauffeur/technische man, Heijman, laden de auto uit, alle bagage op en hoop en zetten de eettent, tafels en banken weer klaar. Bij aankomst op de camping was de eerste taak je bagage uitzoeken en je tent opzetten. De mensen die als eersten aankomen helpen met voorbereiden van de maaltijd, groenten snijden, tafels dekken enz. Het streven was om 8 uur gezamenlijk te eten, maar dit werd meestal niet gehaald t.g.v. de lengte en zwaarte van de dagtochten. Na het avondmaal gezamenlijk afruimen, afwassen e.d. Douchen deed je, afhankelijk van je aankomsttijd, voor of na het eten. Tussen elf en twaalf uur gingen we meestal slapen.
17 juli.
Bij het ontbijt was het al warm en ben ik al (te) veel vocht verloren. Half tien gestart en eerst 15 km gefietst om de officiële route op te pikken. Daarna nog 45 km door de Provence naar Bedoin, aan de voet van de Mont Ventoux, waar de auto ons opwachtte voor de ravitaillering met soep, bananen, koeken, limonades, water etc. Het was erg warm en ik had mijn “camelbak” met 2 liter water al leeg gedronken en voelde mijn krachten al afnemen. 3 koppen pittige soep genuttigd en 2 cola’s gedronken, “camelbak” met weer 2 liter water gevuld en na een half uurtje rust aan de beklimming van de Mont Ventoux begonnen. Tot St. Estève ging het goed en toen begon het echte (klim)werk van 16 km gemiddeld 9 %! Tijmon en ik hadden afgesproken samen op te trekken en elke 5 km even te pauzeren en op elkaar te wachten. Ik had het eerst moeilijk met deze hitte en het werd elke 3 km en na ruim 10 km hebben we bij café-restaurant “Chalet-Reynard” een half uur gerecupereerd, 2 grote cola’s gedronken en wat krachtvoer gegeten. Hier voegde Hans zich bij ons en hij is verder veel met ons op gereden. Na deze pauze ging het veel beter en fietste ik lekker door. Bij het monument van Tommy Simpson hebben we even gepast gepauzeerd en op de top, “Col des Tempêtes”op 1909 mtr, hebben we ons stempel gehaald en een poosje de omgeving op ons laten inwerken. Dan een snelle afdaling van 21 km naar Malaucène, ruim 1600 m lager. Hier was het om 5 uur nog 39 gr C. Verder met de Mont Ventoux steeds aan de rechter kant, via 5 kleine cols naar de camping in Montbrun Les Bains, een prachtig oud stadje tegen de berg, waar we pas na acht uur aankwamen. We hebben deze dag 150 km gefietst en 6 cols, 1 côte en circa 2400 hoogtemeters overwonnen. Ik heb in totaal 8 liter gedronken!
18 juli.
Deze dag begon met een mooie klim van 700 m naar de Col de L’Homme Mort. In het begin een hele mooie route met allerlei prachtige kleine oude bergdorpjes en de Mont Ventoux steeds aan de rechter kant, maar het laatste stuk was minder interessant. Over een golvende (hoog)vlakte, naar de volgende camping in Moustiers-Ste-Marie, alweer zo’n prachtig oud stadje tegen de berg, feeëriek verlicht. Deze dag weer 150 km gefietst, met 3 cols, 4 côtes en circa 1500 hoogtemeters. Ook is vandaag (weer) gebleken dat – de hele dag – samen fietsen niet echt goed werkte. De krachtsverschillen waren soms toch iets te groot. Afgesproken voortaan niet meer per definitie samen op te rijden, maar zo nodig ieder in zijn eigen tempo en dan zien we wel.
19 juli.
Vandaag prima gefietst, eerst door de Gorges du Verdon met een magnifiek uitzicht op het Lac de Ste. Croix en o.a. de Col d’Ayen. Verder door wat wisselende landschappen van de Provence, met tegen het einde nog een steile beklimming van de Col du Buis (16 %). Hierna nog een kleine col en 15 km langs de rivier naar de camping in Puget-Theniers, waar ik mooi op tijd aankwam, omstreeks vier uur. Vandaag was een relatief rustige dag, 112 km gefietst, met 5 cols, géén côtes en circa 1400 hoogtemeters.
20 juli.
Het was een zware dag, maar het is met mij goed gegaan, steeds in eigen tempo gefietst. Na een aanloop van zo’n 8 km, op een niveau van circa 335 mtr, eerst de Gorges Superieurs du Cians, met prachtige rode rotsen. Na het wintersportdorpje Beuil een korte afdaling en weer verder klimmen naar de la Couillole (1678 mtr). Na de afdaling naar St. Sauveur sur Tinée, op 500 mtr, op naar de – naar men zelf zegt – de hoogste col van Europa, de Col de la Bonette (2802 mtr). Het was warm en zwaar, maar ook schitterend, vooral boven de boomgrens op circa 1350 mtr. Prachtige omgeving, grandioos uitzicht, tussen een gigantische kudde schapen (meer dan duizend) gefietst, marmotten horen fluiten en steeds besneeuwde bergtoppen op afstand. Dan een afdaling van 23 km naar Jausiers en dan nog circa 10 km naar de camping in Barcelonnette, op 1125m. Vandaag 145 km gefietst met 2 cols (maar wat voor!!) en 1 côte en 2800 hoogtemeters.
21 juli.
Rustdag! Ook voor de begeleiders. Tijmon en ik zijn in de loop van de ochtend naar Barcelonnette gewandeld, zo’n 1,5 km en daar een halve dag in deze vakantieplaats doorgebracht. We hebben daar ook wat gegeten en gedronken en halverwege de middag terug gewandeld naar de camping. Hier de rest van de dag rustig doorgebracht, inclusief een maaltijd in het restaurant van de camping.
22 juli.
Een nieuwe dag met weer een nieuwe pittige tocht. Eerst weer 10 km vals plat terug naar Jausiers, op de route en door naar St. Paul op 1470 mtr. Hier begon de klim van 8 km met gemiddeld 8 %, naar de Col de Vars, op 2111 m, gevolgd door een afdaling door mooi (rivier)dal via Vars en Guillestre tot 1000 mtr. Hiervandaan weer klimmen naar de col d’Izoard op 2360 mtr, 16 km klimmen met gemiddeld bijna 9 % en stukken van méér dan 13 %! Ook vandaag weer kunnen genieten van een magnifiek uitzicht en prachtige natuur. Na de afdaling van zo’n 10 km naar Briançon nog circa 5 km naar de camping. Omdat ik om half vier, dus weer mooi op tijd binnen was, heb ik me vandaag uitgebreid bezig kunnen houden met het voorbereiden van de maaltijd. Deze dag zo’n 110 km gefietst, met 2 cols, géén côtes en circa 2360 hoogtemeters.
23 juli.
Op deze 6e fietsdag weer een mooie bergetappe over de Col du Lautaret, met aansluitend de Col du Galibier (2646 mtr) en na de afdaling een korte klim naar de Col du Telegraphe. Hierna verder gedaald naar St. Michel-de-Maurienne. Hier moesten we de officiële route verlaten en nog 30 km tegen een harde wind in, gedeeltelijk over de saaie N6 en deels over een leuk binnenweggetje. Dan op het laatst nog een pittige klim naar de camping in St. Martin sur la Chambre. Hier was ik ruim op tijd, tegen vier uur. Doordat de bus er nog niet was, konden we nog niets doen en hebben de finale van de tijdrit in de Tour de France bekeken. Vandaag 105 km gefietst, met 3 cols, géén côtes en circa 1600 hoogtemeters.
24 juli.
Op deze voorlaatste dag eerst weer over de saaie N6 teruggefietst naar St. Michel-de-Maurienne en hier de route opgepikt. Eerst nog zo’n 15 km de N6 gevolgd, inclusief een pittige wegomlegging door een hellingbos. Dan mooie route over de Côte de Rossanges (1490 mtr) en de Col de la Madeleine (1745 mtr). Dit was nog maar een voorproefje, want nu kwam, na een korte afdaling de beklimming van de Col de l’Iseran op 2770 mtr. Hier beweert men dat dit “le plus haut col d’Europe” is en dus niet de Col de la Bonette, omdat men hier een trucje heeft uitgehaald, door een extra ommetje toe te voegen aan de oorspronkelijke weg. Ook vandaag weer prima weer, vrij warm en een prachtige omgeving en boven de boomgrens kunnen genieten van een magnifiek uitzicht en prachtige natuur – een paar keer bij helder weer goed de Mont Blanc gezien – en onder andere, kort voor de col, een marmot op misschien 20 mtr voor me op de weg. Ik heb ook vandaag erg veel marmotten horen fluiten, maar er nog niet eerder één gezien. Tenslotte nog 45 km, overwegend dalend, naar Bourg-St.Maurice en op naar de camping. Deze dag 150 km gefietst, met 2 cols, 1 côte en circa 2800 hoogtemeters.
25 juli.
Vandaag de 8e en laatste fietsdag van deze reis. Het was weer zwaar, met 5 cols op een rij, weliswaar onder de 2000 m, maar in totaal toch zwaar. Het begon meteen met een klim van 20 km met gemiddeld 6 %, van ruim 800 mtr naar de Cormet de Roselend (1968 mtr). Na de afdaling naar 740 m een 2e klim van 15 km naar de Col des Saisies, met gemiddeld ruim 6 % naar 1650 mtr en vervolgens,na eerst gedaald te zijn naar circa 900 mtr een nieuwe klim naar de Col des Avaris op 1486 mtr en na weer 4 km dalen de volgende klim naar de Col de la Croix-Fry op 1467 mtr.Na nog ruim 20 km overwegend dalen, een laatste korte klim over de Col de Bluffy en zo’n 10 km naar Annecy, waar onze officiële tocht werd beëindigd. Nu nog een kilometer of acht naar de laatste camping in Sevrier, aan het Lac d’Annecy. Op deze slotdag 140 km gefietst, met 5 cols, géén côtes en circa 3000 hoogtemeters.
26 juli.
Dit was eigenlijk een verloren dag. De bus zou ons voor de thuisreis om ongeveer 9 uur ‘s avonds komen ophalen. Ondanks dat Annecy een leuk oud stadscentrum heeft, had eigenlijk niemand nog de puf om de 8 km er naar toe met de bus te overbruggen laat staan met de fiets. Om 3 uur ‘s middags moest de kampeerplaats ontruimd zijn, waarbij iedereen zijn bagage en fiets klaar had staan voor transport. De dag is voornamelijk luierend aan het meer of op de camping doorgebracht, waarbij iedereen voor zijn eigen eten zorgde. Tegen half tien kwam de slaapbus met aanhanger. Dus fietsen en bagage inladen en wegwezen. Om 11 uur werd de bus omgebouwd naar slaapstand en pitten maar.
27 juli.
Na een voorspoedige reis om half zeven gewekt. Bij een wegrestaurant wat ontbeten, terwijl de bus weer werd teruggebouwd. Om ongeveer 11 uur waren we in Eindhoven, mijn bestemming. Overhevelen van bagage en fiets naar mijn auto en om half een was ik weer thuis bij mijn lief.
In totaal deze reis 944 km van de officiële route afgelegd, exclusief circa 100 km voor heen- en terugreizen naar diverse campings. Hierbij 28 cols en 7 côtes bedwongen, met in totaal minimaal 18.000 hoogtemeters. Voor acht deelnemers was dit de laatste reis van de drie en zij hebben dus de totale “ 100 Cols Tocht” volbracht. Zij vertelden dat dit deel qua afstand de kortste was, maar qua klimwerk de zwaarste, in verband met de vele hoge cols. Er bestaat een indexlijst, waarin de 142 zwaarste cols en côtes in volgorde van zwaarte – combinatie van stijgingspercentage en lengte – zijn opgenomen. Van de 28 genoemde cols staan er 9 in de top 20, waarvan 4 in de top 10, waarvan de Mont Ventoux op één en de Col de la Bonette op vier! Naast de Mont Ventoux reden we 6 cols van circa 2000 mtr hoogte tot 2800 mtr, terwijl er verder in de “100 Cols Tocht” nog slecht één col hoger is dan 2000 mtr, namelijk in de Pyreneeën de Col du Tourmalet.
Cees Bakker.
Molrit 16 naar "Land van Ooit" 9-10-2005
Deze molrit, welke min of meer een vervolg was op Zwijndrecht – Zwijndrecht versus actie Spieren voor Spieren ging naar het “Land van Ooit” in Drunen. De hele dag stond daar in het teken van de actie spieren voor spieren. Het totale programma is mij in details niet bekent wel weet ik dat de kinderen met spierziekte vanaf 10.00 uur tot 16.00 uur verwent zouden worden.
Voor de Mol hield het in dat wij op zondag 9-Okt. zouden gaan rijden i.p.v. zaterdag 8-Okt. Tevens zou er route van 100km naar Drunen gemaakt en voorgereden moeten worden. Dit laatste was niet het moeilijkste. Jan Korteland had nog een route van 120km naar Drunen liggen en na een kleine aanpassing zou deze goed bruikbaar zijn. Het volgende was om de voorrijders welke op 8-Okt de Molrit zouden uitzetten en voorrijden bereid zouden zijn om dit te verplaatsen naar 9-Okt en de voorgestelde route te gaan gebruiken. Tevens zouden chauffeur en bijrijder hetzelfde lot moeten ondergaan. Van de voorrijders was het voor Jaap Booster geen probleem zijn maatje kon echter aan dit verzoek niet voldoen. Jan Korteland wilde het ook wel doen maar een operatie, 1½ week voor de datum, aan zijn hand was dit geen goede optie zodat ik het maar (met plezier)op mij genomen heb. De chauffeur en bijrijder konden niet op de zondag dus daar moest ook even een oplossing voor gevonden worden. Jan Korteland bracht hier uitkomst. Hij zou als bijrijder wel meekunnen en zijn zoon Matthijs zou de volgwagen wel besturen. Het laatste maar niet het minste hoe vertellen we het onze leden dat zij een dag later bij het clubhuis moesten zijn. Met de moderne tijd van e-mail was er één, mond tot mond was twee en het clubblad zou de rest moeten doen. Jan Stam van de redactie bellen en hem van voldoende informatie voorzien en vragen of het mogelijk is om het clubblad rond 4, 5 uiterlijk 6 okt. bij de leden in de bus te laten vallen. Dit is achteraf niet helemaal gelukt want de meeste onderons kregen het zaterdag 8-okt in de bus. Maar zover mij bekent was iedereen op de hoogte en heeft er niemand zaterdag bij het clubhuis gestaan. Maar goed dit was allemaal even wat eraan vooraf ging nu iets over de tocht zelf. Voordat we met de rit begonnen de aanwezige leden eerst maar even toegesproken en hun over het volgende geïnformeerd:
A. We zouden iets later gaan beginnen aan de tocht omdat wij pas om 11.15 uur verwacht zouden worden in Drunen en gezien de afstand van 53Km en gemiddeld 26km/uur rijdend zou dus 09.10 uur een mooie tijd zijn. Dankzij en met behulp Gerda’s lekke band bij de start lukte dit perfect.
B. Toen de rit werd voorgereden met mooi zon overgoten stralend weer bleek dat er tussen Uppel en Genderen veel drogeklei op het wegdek aanwezig te zijn. Dit werd veroorzaakt omdat de lokale boeren aardappelen en bieten aan het uitrijden waren. Nu het vandaag miezerig en nat was kon het niet anders zijn dat het in blubber was veranderd. De leden maar op voorhand gewaarschuwd dat zij de hoge drukreiniger bij thuiskomst ongetwijfeld nodig zouden hebben.
In feite had deze tocht alle elementen in zich om een gedenkwaardige dag te gaan worden! Nauw dat is hij zeker geworden. De eerste lekkenband bij de start van Gerda gevolgd door een gebroken ketting van Harry bij Hardinxveld. Net na de Merwede brug bij Gorinchem een lekkenband en daarbij konden Harry en bijrijders pas weer aansluiten bij de groep. Vanaf Uppel, zoals verwacht, tot aan Genderen leek het meer op een veldtour tocht. Rijders en fiets zagen er in de kortste tijden niet uit. Na de brug bij Heusden ging het allemaal weer wat beter. Aangekomen bij de rust in het Land van Ooit liep het wat stroever dan verwacht. Dit werd mede veroorzaakt door het uitlopen van de openingsceremonie in een speciaal opgezette opdat moment overvolle partytent. Hier konden wij met onze 36 mollers niet meer bij. Wij werden op een ander plaats neergezet vanwaar wij onze koffie zouden gaan krijgen. Door deze nood oplossing duurde het wat langer voordat wij de koffie kregen. Maar ondertussen werden wij leuk bezig gehouden door een toneel uitvoering welke voor de kinderen bezig was. Na de koffie zijn wij vervolgens met zijn alle nog even in de party tent geweest voor het maken van een paar mooie groepsfoto’s. Één uur later na aankomst zijn we aan de terug reis naar Dordrecht begonnen. Dit begon al direct weer met een lekkenband. Net na de brug bij Heusden sloten zij weer bij het peloton aan. Wat er daarna alleen al gebeurde zou je een boek kunnen schrijven. We doken de blubberwegen weer in en de tweede veldtour tocht volgde. In heb diverse mensen zien stoppen, zo ook mijn maatje voor deze dag Jaap Booster, om de blubber uit de wielen en remblokken te halen. Het regende lekkenbanden en bij Rijswijk aangekomen zweefden er meer mensen achter het peloton dan dat er in zaten cq achter mij reden. Contact gemaakt via de GSM met Jan Korteland en gezegd dat ik bij Sleeuwijk zou wachten met het resterende peloton tot dat hij er ook was. Na een minuutje of drie arriveerde de volgwagen met de rest van het peloton. Vanaf dit punt ging het weer redelijk voortvarend want de wegen waren hier weer goed bereidbaar, geen blubber meer en een droogwegdek want het zonnetje liet zich dunnetjes zien. Dat er tijdens deze veldtocht niemand op zijn kokosnoot is gegaan is het positieve bericht. Ik zelf b.v. voelde tot driekeer toe mijn achterwiel in een bocht wegschieten. Een lekbandje nog op de dijk naar Woudrichem was volgens mij de laatste. Na passage Merwede brug heb ik en Jaap het tempo wat opgevoerd naar 29 tot 30 km/uur en zijn zonder verdere gebeurtenissen om 14.15 uur bij het clubhuis aangekomen. Hier gaat het verhaal nog even door want Ad Schleicher had nog een lekbandje te wisselen maar deze liep fluitend leeg tijdens het oppompen. Het was ondertussen zijn laatste reservebandje. Jan Korteland heeft Ad vervolgens maar netjes thuis gebracht. Tijdens het naar huis brengen van Ad ging de GSM van de volgwagen ene Anne Marie hing aan de lijn. Zij kon niet meer verder naar huis want haar buitenband was stuk. Jan heeft vervolgens ook dit probleem opgelost en ook Anne Marie opgehaald en thuis gebracht. Het was voor Jan ondertussen 16.30 uur geworden toen hij thuis kwam. Tot slot wil ik langs deze weg alle 36 molleden (een 10 tal meer dan normaal de afgelopen weken) en 1 zoon bedanken voor hun deelname zonder maar een keer te mopperen over wat dan ook. Super!!!!! mannen en vrouwen wij zijn best trots op jullie.
Gerrit-J v/d Bogerd
Waarover? Deel 1
Geen copy voor het clubblad dat is treurig. Ik ben er trouwens geen voorstander van alleen informatie en/ of copy op de website te plaatsen. Ik blijf een clubblad mooi vinden is voor een vereniging en bovendien neemt het iets makkelijker mee als je het ergens onderweg een keer wilt lezen. Als je dan een clubblad hebt, dan moet er wel iets in komen te staan. De enige die dat kunnen doen zijn de mensen die fietsen bij de vereniging. Maar waarover schrijf je dan….
Nu zou ik weer een verhaal over de Molentocht kunnen gaan vertellen (weer omdat Eveline en ik al een aardig tijd trouw voor het clubblad geschreven hebben in het verleden). Ik zou kunnen zeggen, waar waren alle molleden nou weer bij de tocht of ik zou kunnen vertellen dat we langs veel molens zijn gekomen. Dat de sfeer als vanouds goed was en het tempo prima dat we iets meer zon leuk gevonden zouden hebben maar dat het droog en windstil was dus dat we eigenlijk niet mogen klagen. Zeker als je bedenkt dat deze zomer de boeken in gaat als de slechtste in meer dan honderd jaar. Ik zou kunnen vertellen dat er 123 deelnemers waren en dat de meerderheid van buitenaf kwam. Dat er weer goed gepijld was en de koffie (cappuccino, thee, chocolademelk etc) best smaakte onder de Linde. Dit is echter voor alle trouwe leden geen nieuws. Waarover zouden we dan eens een stukje kunnen schrijven. Over onze vakantie? Het was tenslotte een fietsvakantie. Sinds een jaar of 4 gaan Eveline en ik op fiets vakantie. Na Andalusië (Spanje), Marokko, Puglie (Zuid-Italie) en Alentejo (Portugal) gingen we dit jaar naar le Marche (Italië).
De Heenreis.
Een kampeer reis met een groep. Je zou er met de bus heen kunnen maar dat wilde ik mijn rug niet aandoen dus we hebben besloten op eigen gelegenheid met het vliegtuig en de trein te gaan. We zouden dan op vrijdag aankomen en de groep op zaterdag. Aangezien onze tent met de groep mee zou komen zochten we nog een slaapplaats voor de eerste nacht en die vonden we in een piepklein maar o zo leuk hotelletje op Isola Maggiore midden in het Trasimeno meer. Vliegreis geboekt, hotel geregeld we konden op pad. De reis naar Rome vliegveld verliep voorspoedig en ook van het vliegveld naar Rome Termini (centraal station) verliep zonder problemen. Op het station genoten van een Italiaanse lunch en vervolgens naar het spoor gelopen waarvandaan onze trein zou vetrekken. We waren wat vroeg maar er stonden toch al wat mensen. Toen het tijd werd dat we zouden vertrekken was het aardig druk geworden, maar er was nog steeds geen trein. Na een uur wachten nog geen trein en zo langzamerhand begonnen we toch het vermoeden te krijgen dat er ergens misschien iets niet klopte. Uiteindelijk kwam er dan toch een trein en we zijn ingestapt maar in vetrekken deed hij niet. Toen die trein dan uiteindelijk wel vertrek reed hij stapvoets. Na een paar uur rijden (kruipen) begonnen we ons zorgen te maken over de aansluiting. We moesten nog een keer overstappen en met de boot naar het eiland en om half acht zou de laatste boot gaan. Na een lange lange treinreis (die wel erg mooi was). Kwamen we aan in Tolentino waar we zouden moeten overstappen naar Tuoro sul Trasimeno maar helaas was de laatste trein al vertrokken. Er gingen geen bussen maar er zouden wel taxi’s zijn. Na drie taxi’s gebeld te hebben bleek dat de locale taxi chauffeurs het te laat vonden en buiten bedrijf waren voor de dag. Op het station adviseerde ze ons om taxi uit een nabij gelegen stad te bellen. Inmiddels waren er nog meer toeristen gestrand op het station en er bleek maar 1 taxi te kunnen komen. Eveline zag bij het station een Nederlandse auto staan en besloot de man in die auto te gaan vragen of hij ons een lift kon geven naar het meer. De chauffeur moest naar dezelfde plaats als wij en vond het niet vervelend om ons mee te nemen. Onze taxi hebben we aan de engelse toeristen gegeven die naar een bruiloft moesten en zo toch nog op plaats van bestemming konden komen. Onderweg naar het meer vertelde we onze chauffeur dat we waarschijnlijk ook de laatste boot naar het eiland gemist hadden. Waarop hij ons vertelde dat hij een vriend had die een kleine boot had die ons wel over zou kunnen zetten. En zo geschiedde. De laatste boot was inderdaad al weg en we konden inderdaad met het rubbermotorbootje naar de overkant. Onze tassen pasten er net op maar het was een originele manier om naar de overkant te komen. Zo tegen zonsondergang stonden we op Isola Maggiore. Waarover ging dit stukje ook al weer? Oh ja over fietsen nou nog even niet. Eerst onze tassen op de hotelkamer gegooid en gegeten. Daar waren wel aan toe. Na het eten nog een korte wandeling gemaakt een daarna na bed. Het was een lange lange dag geweest. De volgende dag zou de groep aankomen op de camping. Wij besloten de ochtend op het eiland te blijven en daar rustig rond te kijken en daarna terug te varen naar de camping. Nog een mooie rondwandeling gemaakt de rest van de ochtend rond gehangen op het plein en toeristen bekeken daarna nog een lunch en terug gevaren naar het vasteland. De groep bleek wat vertragen te hebben en was nog maar net aan gekomen en nog bezig met tent opzetten. Onze tent en fietsen waren met de bus meegekomen. De fietsen bleken splinter nieuw te zijn dus dat was een mooie meevaller. De tent bleek 2-persoons ipv 3-persoons. Dat was even een tegenvaller maar onze gids zou het gaan regelen en wij hadden tenminste een tent niet iedereen had zoveel geluk. De tent was in een paar minuten opgezet, voor een stel niet kampeerders was dat toch niet gek.
Fietsen (week 1)
Dan maar eerst even de fiets uit proberen. Daarna dan toch eindelijk maar eens gaan fietsen, want waarover ging dit stuk(je) ook alweer ..oh ja over fietsen in Italië. Vanaf het meer zijn we naar Tuoro gereden (check www.google.nl om te weten waar dat is J ). Dit was een aardig klimmetje om zo mee te beginnen. De fietsen bleken behalve nieuw ook bijzonder goed te zijn, daar zouden we de komende weken veel plezier aan hebben. In Tour kwam wij een barretje tegen en ja dan moet je natuurlijk even stoppen. Op het terras zaten een aantal vakantiegangers met een fiets. Zij hadden dezelfde reis als wij gingen doen net afgerond hadden. Zij vertelden dat het een mooie reis was en dat vooral de rondrit bijzonder mooi moest zijn. Ze vertelden ons ook dat het een lichte 5-tandwieltjes / sterren rit was dus het zou echt vakantie vieren worden. De eerste nacht op de camping was het al opvallend fris en hebben we de tent dicht moeten doen om het niet te koud te krijgen. Opvallend voor augustus in Italië! De volgende ochtend was het echter stralend weer en na het afbreken van de tent konden we op pad. We reden van Tuoro sul Trasimeno naar Citta’ di Castello. Deze etappe was og volledig in Umbrie. De start was weer dezelfde klim door Tuoro van in totaal 7 km en aan het einde van de klim was een barretje en ja daar moet je dan even stoppen voor cappuccino. De rest van onze groep vond dit te vroeg om te stoppen, maar volgens mij is het nooit te vroeg om te stoppen voor cappuccino. De bar had een leuk terras vanwaar je uit keek op het Trasimeno meer. Er zijn slechter plekken om te stoppen zullen we maar zeggen. Er volgde een aardige afdaling en daarna kwamen we door een dal met voornamelijk tabak plantages. In dit dal kwamen een grote groep fietsers; tegen jong en oud. Zowel op racefietsen als op gewone fietsen en iedereen was even vriendelijk. Fietsen is blijkbaar erg populair in die omgevening. In het dorpje Niccione (31km) nog even wat gedronken en daarna begon de volgende klim van iets meer dan 6 km. Bovenaan de klim lag het oude plaatsje Montone en we vonden daar een leuk plekje voor een bordje pasta. Even uit de zon en ontspannen heerlijke genieten van de Italiaanse keuken. Na het eten zijn we het stadje in gelopen het was nogal stijl met hier en daar trappen dus we hadden de fietsen maar even laten staan. Na een korte wandeling toch maar weer op de fiets gestopt. Van Montone naar beneden was een steile afdaling het uitzicht was misschien niet zo spectaculair maar de snelheid die je kon maken was zeker leuk. Er volgde een lange weg door een bijna verlaten dal met om je heen alleen maar groen en hier en daar een boerderij. Vervolgens in Pietralunga een laatste pitstop gemaakt. Het laatste deel van de etappe zou het zwaarste zijn hadden we gehoord dus nog wat extra water mee en we konden op pad. Inderdaad bleek de klim die volgde loodzwaar te zijn. Zeker als je bedenkt dat het 38 graden was en er bijna geen schaduw was. De omgeving was wel mooi maar door de hitte en de zwaarte van de klim zou je dat bijna vergeten. Helaas volgde er geen snelle afdaling omdat het te stijl was en de bochten te scherp. Het dal waar we in uitkwamen was echter zeker wel de moeite waard. Uit eindelijk kwamen we in Citta’ di Castello onze eindbestemming van die dag. Helaas lag de camping op een heuvel net buiten het stadje. Dus nog eens drie kilometer klimmen en de eerste etappe van bijna 95km zat er op. Het was een zware dag maar de omgeving maakte het zeker de moeite waar. Op de camping bleek, dat we nu ipv een nieuwe 2 persoonstent, nu een gebruikte 2 persoonstent hadden. Een hele vooruitgang dus. We konden in elk geval slapen na een heerlijke maaltijd in het restaurant. De volgende dag gingen we van Cita’ di Castello naar Urbino. ’s Ochtends zijn we eerst het stadje ingereden om daar wat rond te kijken om vervolgens op pad te gaan. De eerste klim kwam na 6 km, Bocca Serriola. Dit was een mooie geleidelijke klim met in eerste instantie een mooi uitzicht op Citta’ di Castello en vervolgens vooral veel mooie natuur. Halverwege de klim weer even gestopt voor koffie en limonade en een kletspraatje met de eigenaresse van de bar, terwijl we uit keken over het mooie glooiende landschap. De van de klim lach op 23km (730m hoogte). De afdaling was schitterend de bergen/ heuvels om ons heen werden steeds hoger en groener en het was er doodstil. Onderweg kwamen we nog door het mooie dorpje Apecchio en in Piobbico hebben we een heerlijk pasta lunch op. Het was ondertussen behoorlijk warm geworden dus even op het terras in de schaduw was best aangenaam. Direct na de lunch volgde weer een klim het dorpje uit. Bovenaan deze klim had je een mooi uitzicht of het heuvellandschap van de Marche. In de afdaling lag slecht asfalt dus volluit naar beneden was niet mogelijk maar we konden toch nog behoorlijk wat snelheid maken. Onderaan kwamen we in het oude stadje Urbania. Je bent toch op de fiets dus is het makkelijk om even dwars door het stadje te rijden. Mooie smalle straatjes, oude huizen met een zee van bloemen voor de deur leuke kleine pleintjes en een schitterend Palazzo Ducale. Mocht je in de buurt zijn dan is Urbania zeker de moeite waard. Na nog een terrasje begonnen we aan de volgende klim. ’s Ochtends was ons verteld dat het begin van de klim op het begin van Alpe D’Huez leek. Nu hebben wij die nooit gereden dus het zei ons niet zo veel het zal wel stijl zijn….. En dat was het inderdaad de eerste haarspeldbochten waren bijna niet door te komen. De klim lag ook nog echt in een kom waar de hele dag de zon opgestaan had en je reed tussen manshoge verdroogde zonnebloemen. Het was er dus ook nog snik heet alsof je in de zonnebloemolie gebakken werd. Iets verder in de klim kwam er gelukkig wat wind. Het werd ook iets minder stijl, wat de klim wel wat aangenamer maakte. Bovenaan helaas geen afdaling maar een lange weg over de heuvelrug richting Urbino. Vervolgens zijn om de stad heen gefietst, wat erg indrukwekkend was. Urbino is een oude universiteitstad met een Palazzo Ducale wat enorm groot is. Dat is weer eens wat anders dan langs molens fietsen. Nog een korte afdaling en daarna de laatste klim richting de camping. De camping had een schitterend uitzicht op de stad. De volgende dag was een rust dag die hebben we in de stad doorgebracht en om toch wat beweging te hebben zijn we terug gelopen naar de camping (na ons avond eten was de laatste bus richting camping al vertrokken J ). De volgende dag zagen we toen we uit onze tent kwamen dat het er grote mistflarden door het dal zweefden. Een heel mooi plaatje van Urbino in de mist maar niet zo’n goed voorteken. Snel ons ontbijt op en spullen opgeruimd om op pad te gaan voordat de regen zou komen. Het eerste gedeelte van deze rit ging weer over een heuvelrug. Licht glooiende weg wat wel prettig is om mee te beginnen. De lucht was helaas loodgrijs en het zag er zeker naar uit dat we regen zouden gaan krijgen. Vanaf de heuvelrug reden we een bos in. Inmiddels was het inderdaad gaan regen. Hoe verder we in het bos reden hoe harden het ging regen, totdat het op het laatst echt stort regende. Ergens in het bos kwamen Marlies een van onze reisgenoten tegen. Ze had een lekke band en wist niet goed hoe die te vervangen. Dus we zijn gestopt om haar te helpen. Op dat moment waren we toch al door en door nat. Met onze plakspullen want die van Marlies waren te oude hebben we geprobeerd te plakken maar door de stortregen lukt dit niet. Ondertussen was nog iemand uit onze groep gestopt en hij had een reserve band bij zich. Die hebben we er maar in gestopt en zijn door gereden. Het kwam nog steeds met bakken uit de lucht en we wisten dat er een steile afdaling van 20% zou volgen. Gelukkig was dit weer een brede weg maar het was wel continu remmend naar beneden. Het leek wel of de weg 1 grote waterval was. Beneden lag het plaatsje Fossombrone waar we een bar gezocht hebben om te schuilen een beetje wam te worden en een binnenbandje voor Marlies te kopen. Met papier op het toilet een beetje geprobeerd om ons af te drogen en in de sport zaak aan de andere kant van de straat nog een droog shirt gekocht. Na 2 koppen cappuccino en wat heerlijk broodjes, leek het toch eindelijk iets minder hard te gaan regen. We besloten weer verder te gaan. Toen we over de middeleeuwse brug het stadje uitreden was het droog en kwam de zon er weer door. Het volgende gedeelte van de rit was continu heuvel op heuvel langs leuk ommuurde dorpjes met vergezichten over heuvellandschap met grote onweerswolken boven elke heuvel die we zagen. In Barchi zat de rest van de groep koffie te drinken. We hadden wel rond gekeken in dit oude dorpje maar besloten door te rijden naar Mondavio. Het onweer was weer heel dicht bijgekomen en wij wilden graag warm eten. In Barchi was geen restaurant te vinden, daarom wilden we proberen om een eetgelegenheid in Mondavio te vinden. Mondavio bleek een fantastisch mooi stadje te zijn met kleine steegjes vol bloemen een middeleeuws plein een mooi fort. Dit zagen we echter pas 2 uur laten want tot die tijd hebben we in een restaurant zitten schuilen. Dit was echter geen straf want het eten was heerlijk. Na de stadswandeling zijn we toch maar weer op de fiets gestapt. De zon scheen weer volop en het was een aangename temperatuur. We gingen op we naar het volgende ommuurde stadje Corinaldo. Net als alle andere stadjes was dit ook weer een bijzonder plaatsje. We waren nog erg vroeg dus ook hier maar even gestopt om wat te drinken en te genieten van de sfeer. Er volgde een leuke afdaling en aan het eind van de afdaling lag een schoenenwinkel die uit verkoop had. Tja, het is vakantie dus een beetje shoppen hoort er ook bij. De winkel ging pas om 4 uur open dus even pauze in de zon. Geld op, op naar de laatst klim richting Ostra. De klim was enorm steil en naar een dag lang fietsen met een gedeelte door beesten weer was dat niet echt grappig. Bovenaan de klim lag Ostra. We reden langs de stadswallen en net voorbij het oude centrum lag onze camping. Een gezellige camping met mooie olijfbomen om de gazons heen. De tent was snel opgezet en daarna gaan douchen want we waren behoorlijk smerig geworden door alle regen onderweg. Helemaal weer schoon zijn we daarna de stad ingegaan. Eerst om wat rond te kijken en nog wat inkopen te doen en daarna nog een goed restaurant gezocht. Niet al te laat terug naar de camping terug gegaan en maar vroeg naar bed. Helaas kwam er van slapen niet veel want de hele nacht kwam het met bakken uit de lucht. Behalve de herrie van de regen die je wakker houd, blijf je ook de hele nacht denken of het de volgende dag ook zo hard zal regen. Wanneer je er aan denkt dat je een hele dag fietsen in de stortregen voor je hebt slaap je ookniet zo rustig.
Wordt vervolgd…
Nieuwsgierig geworden naar hoe het er nou echt uit ziet in De Marken en het deel van Umbrie waar we gefietst hebben, dan kun je de foto’s bekijken op de volgende website: http://uk.pg.photos.yahoo.com/ph/ampverj/my_photos Le Marche is de vakantie beschreven hierboven.
Saluti Anne Marie
Waarover? Deel 2
Waar waren we ook alweer gebleven…oh ja in Ostra. Een klein stadje middenin de Marche met een schitterende klokkentoren en uitzicht over het mooie heuvellandschap. Het had de hele nacht geregend dus weinig slaap voor de meeste mensen. We stonden op een mooi gazon, wat leuk is als het mooi weer is maar als het een hele nacht geregend heeft stap je ’s ochtends vanuit je tent midden in de spinazie.
Normaal aten we ons ontbijt buiten in de frisse lucht maar aangezien het nog steeds regende werd er besloten om binnen in een soort schuur de ontbijtboel te zetten en daar met elkaar te eten. Er was niet erg veel ruimte maar het was gezellig. Na het ontbijt toch maar de natte tent afgebroken en onze spullen bij elkaar gezocht en bij het busje gezet. Terwijl we daar mee bezig waren begon het weer te regen. Er zat niet veel anders op als de dag in de regen te starten. Gelukkig werd het al snel droog en kon de regenjas weer uit. We zouden die dag naar de kust gaan. We hadden dan ook goede hoop dat het weer zou verbeteren en de zon zou gaan schijnen, zodra we de heuvels uit waren. Het bleef die ochtend erg grijs maar gelukkig heeft het niet meer geregend. De temperatuur was best aangenaam en dus konden de regenjassen best snel uitgedaan worden. Het eerste deel van de rit was best aardig bovenover de heuvel rug, over rustige wegen door eigenlijk totaal verlaten gebieden met hier en daar een verlaten boerderij. We hadden die ochtend de keuze om een stukje om te rijden en de stad Jesi te bezoeken. Bij het ontbijt hadden we besloten om bij de afsplitsing te kijken of het weer het hield en of we een beetje op tijd waren. Aangezien we goed opgeschoten waren en het nog steeds droog was hebben we de weg richting Jesi genomen. Een mooie stad met leuke winkels dus ook nog maar even wat souvenirs in geslagen. Verder staat er een deel van uit fort/ kasteel van Frederico II, heeft de stad een heel mooi plein met uitzicht op het oude theater en nog vele mooie oude kerken en smalle typische Italiaans steegjes. Op het plein vonden we een leuk barretje en inmiddels moeten jullie weten wat dat betekent. Even pauze met cappuccino een sap je en zoete broodjes. Op dit zelfde terras kwamen nog meer mensen van onze groep terecht. We zijn dus echt niet de enige die terrasje pakken vinden horen bij een sportieve vakantie.Weer terug naar de route dan… waar waren we ook al weer gebleven... oh ja we moesten op een drukke weg RA naar Cingoli maar aangezien we de weg nu terug reden werd dat dus LA. Deze weg was veel rustiger en het uitzicht was ook mooier. Groene velden en heuvels, die we natuurlijk ook allemaal over moesten. Het weer knapte op en de wolken trokken weg. De route werd steeds mooier en zo ook het weer. Iets dat we niet van de weg konden zeggen. Op sommige stukken van deze vakantie reden we letterlijk en figuurlijk over antieke wegen. Wegen uit de tijd van de Romeinen met gaten erin waarin je de weg zou kunnen kwijtraken mocht je erin terecht komen (en ook hiervan zijn foto’s te vinden op de website http://uk.photos.yahoo.com/ampverj)
Het volgende stadje wat we zouden bezoeken was Osimo en daarvandaan zou je een heel mooi uitzicht moeten hebben. Altijd leuk een mooi uitzicht, we hadden besloten om daar dan ook maar te lunchen. Toen we in de buurt van Osimo kwamen begrepen waarom er zo’n mooi uitzicht zou hebben. Het stadje lag namelijk wel erg hoog op een berg. Wat betekende nog een flinke klim voor de lunch. Na heel wat zwoegen kwamen we in het stadje bij een weg uit die wel erg stijl was en die bovendien geheel en al uit kinderkopjes bestond. Toch maar even de route beschrijving erbij gepakt want wilde ze nu echt dat we daar naar boven zouden gaan??? Gelukkig zei de route beschrijving dat we een andere weg moesten volgen, die ook wel behoorlijk steil was maar die nog wel te doen was. Eindelijk dan toch boven.. En het uitzicht was inderdaad schitterend. Het hele stadje was mooi. Goed onderhouden met prachtige pleinen met fonteinen en oude heren huizen (palazzi). Overal hing een heerlijke rust omdat de stad bijna geheel autovrij was. Het mooiste uitzicht had je van af een soort enorm balkon. Een breed plateau geheel betegeld met een keurig onderhouden parkje erbij. Over dit grote terras hing een boom de het volledige terras overkapte. Osimo is zeker een aanrader voor mensen die in de omgeving mochten zijn. Als gezegd wilde we hier lunchen en op 1 van de pleinen in de bovenstad vonden we een modern uitziend restaurant met terras. Het was al wat later op de dag dus eerst voor de zekerheid maar gevraagd of er nog gegeten kon worden en gelukkig kon dat. We namen een eenvoudige pasta maar hij smaakte heerlijk. De eigenaresse van het restaurant wist ons ook nog over te halen om een toetje te nemen. Daar kregen we geen spijt van want het was een van de lekkerdere toetjes die we op hebben tijdens de vakantie. Het was inmiddels weer wat kouder geworden en de bewolking was ook weer terug, dus we hebben onze dikke jassen maar weer aangetrokken en zijn op de fiets gestapt. De stad uit zijn we wel over de steile weg met kinderkopjes gegaan. Vol in de remmen de nog gingen we ontverantwoord hard naar beneden. Ook nadat we de stad verlaten hadden bleef de weg dalen en schoten we aardig op. Helaas konden we niet op volle snelheid afdalen omdat de weg erg slecht was en er behoorlijk wat verkeer was richting de kust. Heel even leek het erop dat het nog zou gaan regen maar het bleef bij een paar spatjes en hoe dichter we bij de kust kwamen hoe mooier het weer werd. Dat was positief voor de volgende dag, dat zou namelijk een rust dag zijn en we hadden ons voorgenomen om die nu eens op het strand door te brengen. In Sirilo aangekomen bleek dat de routebeschrijving niet echt duidelijk was. Aangezien we geen zin hadden om zinloos rond te gaan rijden hebben we maar even de weg gevraagd bij het eerste beste tankstation. De camping bleek om de hoek te zijn. Sirilo moest een heel mooi zijn (net zoals alle andere plaatjes…) Dus slecht de tent opgezet en gedoucht (veel te veel muggen bij de douches) en toen de heuvel op gelopen naar het centrum. Vanuit Sirilo heb je mooi zicht op de Monte Conero, een witte heuvel/ rots die de Adriatische zee inloopt. Sirilo is een gezellig toeristenstadje met veel winkeltjes en veel visrestaurants. Dus jullie raden het al we hebben wat “inkopen” gedaan en op een leuk pleintje heerlijk gegeten.
De volgende dag hebben we de hele dag aan het strand doorgebracht. Het had flink gestormd de nachten ervoor dus de zee was behoorlijk wild. Een soort gratis wildwaterbaan in zee, daar leek het wel op. We hadden het echter over fietsen dus snel naar de volgende dag. Waar waren we ook alweer gebleven … oh ja Sirilo. De 5e etappe zou ons van Sirilo naar Porto San Giorgio leiden over 107,4 kilometer. De eerste tien kilometers liepen langs de kust, compleet vlak en gewoon de boulevard blijven volgen. De zon scheen heerlijk en aangezien we vroeg waren vertrokken was het nog heerlijk rustig langs de kust. Al snel kwamen we op het punt dat we van de boulevard afgingen en de heuvels weer in. In het begin nog gloeiend maar al snel werd het steiler. We kwamen natuurlijk van zee niveau en gingen toch weer een aardig stuk de Apennijnen in. Vlak voor de eerste echt klim naar Potenza Picena was een bar en daar hebben we met nog iemand uit de groep nog even flink ontbeten. De klim die volgde was erg mooi met om ons heen mooie groenen heuvels die op de top bijna allemaal een klein bergdorpje hadden. We besloten in het volgende dorp maar niet te stoppen voor koffie en gewoon door te fietsen. Er volgde een waanzinnig mooie afdaling. Een zeer overzichtelijke weg met mooie bochten die net opnieuw geasfalteerd was. De bus met onze bagage zat achter ons maar kon ons absoluut niet bij houden. Kijk op zo’n manier wordt een mooie klim nog eens extra beloond. Een klein stukje verder op lag de Abbazia San Claudio. Een klooster uit de 5e -6e eeuw, die ergens midden in een dal lag met behalve een laan cipressen totaal niets in de buurt. Een schitterend plaatje!!! Even nog wat geklets met de eigenaren van de bar daar (oh ja er was wel een bar met koffie) en die voorspelde dat het wisselvallige weer nog wel even zou aanhouden. Weer snel verder, want het liep al tegen het middaguur en we zaten nog niet op de helft. Tot de lunch bleef het continu klimmen eigenlijk. Na de pasta was er nog wel veel klimwerk maar er waren weer wat meer stukken berg af. Het bleef die dag mooi weer en de omgeving was zeer aangenaam. Mooie bergdorpjes, schitterende natuur en nog een enorm groot klooster en rustige wegen. Uiteindelijk de laatste afdaling van de dag en toen waren we in het dal dat we zouden volgen tot aan de kust.
Het laatste deel van de tocht was wat saai een lange rechte drukke weg. Onderweg nog een stop gemaakt bij de supermarkt voor wat noodrantsoen en daarna vlug naar de camping. Helaas stonden we op een achteraf veldje van de camping ver weg van het dorp. Wel lag de camping direct aan het strand maar aangezien we pas rond zes uur op de camping waren was het niet echt meer aantrekkelijk om nog naar het strand te gaan. Zeker gezien het feit dat het weer nog steeds onrustig was en het ’s avonds dus flink afkoelde. We zijn nog wel even op het strand wezen kijken. Mooie hoge golven door het onrustige weer. Het strand was wel al helemaal verlaten. Toch vreemd voor de maand augustus in Italië. Bij de campingwinkel nog wat eten en drinken ingeslagen voor de volgende fietsdag. Wederom simpel maar heerlijk gegeten en daarna terug naar het achteraf veldje en vroeg naar bed. Een gedeelte van de groep dacht daar anders over en kwam midden in de nacht al lallend de camping weer op. Iedereen zijn eigen vakantie zullen we maar denken….
De 6e etappe ging van Porto San Giorgio naar Sarnano. We reden het eerste gedeelte dezelfde drukke weg als de avond ervoor. Zodra we van de weg afzouden gaan zou een lange steile klim beginnen van 8,5 kilometer. Dit keer geen vergezichten of pittoreske dorpjes maar alleen groen om ons heen en inderdaad flink zwaar trappen zonder enige onderbreking. Boven aan de klim kon je nog verder door klimmen naar Monterubbiano. Er was ons gezegd dat daar het enige café was voor die dag maar we geloofden dat niet zo dus wij zijn door gereden naar Petritoli. In de afdaling van deze klim was behoorlijk steil dus dat ging weer rap. Wel konden we nog een aantal mensen van de groep naar boven rijden over de we die wij naar beneden gingen. Niet zo goed de route gelezen of toch iets te laat naar bed gegaan. Later spraken ze weer nog en natuurlijk hadden ze de route juist anders gepland en waren ze zeker niet verkeerd gereden. Alhoewel andere mensen uit de groep toch echt beweerde dat er behoorlijk zware discussies waren ontstaan over de te nemen weg. Wederom zullen we maar denken, iedereen zijn eigen vakantie. In Petritoli bleek gewoon ook een bar te zijn en net als bijna alle plaatsjes was dit ook een mooi oud middeleeuws stadje. Heerlijk zoetje broodjes gegeten en gezellig gebabbeld met de mensen in de bar. Echt een gezellige Italiaanse bar inclusief geschenkverpakking met chocolade, bijzonder koffie kopjes te koop en allerlei soorten sapjes en zoete broodjes. Het uitzicht was ook vanuit dit dorp erg mooi. Het landschap begint in deze omgeving langzaam aan te veranderen. Waar we tot nu toe gereden hadden was een soort hoog heuvellandschap. Zeg maar de heuvels van Toscane uitvergroot met veel schilderachtige stadjes boven op de heuvels. Vanaf hier werden de heuvels steeds hoger en ruiger. In de verte kon je Monte Sibbelini al zien liggen. Hoge donker blauwe bergen, die we later deze vakantie ook nog over moesten vliegen.. euh fietsen. De huizen langs de weg werden ook steeds kleiner en ouder, opgebouwd uit het donkerbruin tot grijs gesteente uit de bergen eromheen. Maar waar waren we ook al weer gebleven met fietsen ooh ja bij de koffie pauze. Weer verder dus over wegen die iets smaller en iets steiler waren geworden. Over steeds smaller wegen met vergezichten die steeds indrukwekkender werden. We kwamen bij het dorpje Monsampietromorico. Een plaats met zo’n naam moet toch wel iets bijzonders zijn. Dat was het dan ook. Alhoewel het misschien niet eens een plaats genoemd kan worden. Twee geplaveide straten die samen kwamen in een soort trap/ steile helling met daarachter een plein, daaromheen een muur van huizen. Dit alles was gelegen op een uitloper van de bergen die niet meer dan 50 meter breed was en misschien honderd meter lang. Alsof je op een soort middeleeuwshof bent uitgekomen. Het was geheel bewolkt dus ook nog tamelijk donker daar in het dorp. Een heel bijzondere sfeer. Je kon er leuk rondje rijden om dan vervolgens weer op de doorgaande weg te komen. Zo einde Monsampietromorico dan gaan we maar weer verder. Op naar Belmonte Piceno daar zouden we een plekje zoeken om te lunchen. Net als alle plaatsen in de Marche lag ook deze plaats boven op een heuvel. Weer klimmen dus. Eenmaal in het dorp moest je over kinderkopjes tussen hoge herenhuizen nog verder naar boven in een soort spiraal. Nog een rondje en nog een rondje en nog een rondje en dan denk je dat je er bent en dan maak je nog een rondje rond het centrum van de stad. Dit centrumpje bleek uiteindelijk een plein te zijn met alleen een bar en geen ristorante. In de bar gevraagd of ze misschien iets te eten hadden. Ze hadden echter alleen maar een voorverpakt broodje en verder niets. Inmiddels zal wel duidelijk zijn uit de voorafgaande tekst dat we daar geen genoegen meenamen. Andere mensen uit onze groep zaten wel daar op het terras te lunchen maar wij gingen nog even verder. De afdaling dan maar weer genomen en onderaan kwamen in het plaatsje Servigliano. Dit moet vast een oude leger plaats geweest zijn. Het centrum was geheel ommuurd maar niet rond of achthoekig zoals meestal maar compleet vierkant en in dat vierkant waren weer alle straten in een vierkant. Er was blijkbaar net en feest geweest want in het vierkant waren allen huizen (die eruitzagen als oude barakken) versierd met vlaggen en schilden. In dit plaatje vonden we een hotel met een groot restaurant en daar besloten we dan maar te eten. Het was nogal een deftige tent met allemaal mensen in zeer nette kleding die zeer exclusief zaten te eten. Daar kwamen wij dan in ons fiets kloffie nogal bezweet en met tassen met spullen binnen zetten. Gelukkig waren we welkom en konden we er heerlijk eten. Midden in de zaal stond een enorm grote openhaard te branden en daarvoor werd vlees geroosterd op een spit. We hielden het toch maar bij een eenvoudige pasta omdat er nog een aantal zware klimmen zouden volgen. Er werd in die zaak met flink grote rollen geld betaalt daar, maar we zullen maar denken dat dit de normaalste zaak van de wereld is. Na deze toch een beetje vreemde lunch volgde de Penna San Giovanni pas. Van tevoren hadden de deskundigen uit de groep berekend dat dit wel niet zo’n zware klim was want zoveel km en zoveel hoogte verschil. En natuurlijk is altijd elke klim volledig gelijkmatig en kan het niet zo zijn dat de klim rustig begint en daarna steiler wordt of dat er ergens halverwege de klim misschien nog een afdaling in zit. Nee, ben je mal de deskundigen waren het er over eens deze klim was lang niet zo lastig als dat onze begeleiding had beweerd. De klim bleek inderdaad zeer rustig te beginnen met nog wat stukken die toch echt nog naar beneden liepen en daarna begon pas de echte klim. Zeer steil zonder onderbreking. Continu op de trappers zonder pauze anders stond je direct stil (moet wel bijgezegd worden dat we nog steeds op de best wel zware hybriden reden waar je helaas bijna niet mee kunt aanzetten). Na 9.6 km zeer zwaar ploeteren kwamen we dan toch eindelijk boven waar we een fruitpauze namen. Vanuit San Giovanni keek je op het massief van de Monti Sibellini waarboven zich een enorm onweer had gevormd. Dit onweer zorgde ervoor dat de bergen er nog donkerder uitzagen als dat ze normaal al zijn. De pauze toch maar kort gehouden omdat het onweer er niet al te best uitzag. Het begon steeds kouder en donkerder te worden maar de echte regen en het onweer leken nog ver weg. Dus steeds iets sneller fietsen om het slechte weer voor te blijven en bovendien hadden we gehoord dat het feest was die avond in Sarnano dus we wilden wel op tijd aan zijn. Helaas, helaas het lukt ons niet om de bui voor te blijven. Net voor bij het plaatsje Gualdo op 13 km van Sarnano begon het te stortregenen. Nog net niet zo erg als de bui in Antwerpen met Zwijndrecht- Zwijndrecht, maar genoeg om flink te balen. De regen hield ongeveer een kwartier aan en er stond ook een flinke wind. Dit alles midden in een afdaling regen, bladeren en modder overal om ons heen. Dit maakte het toch ook wel weer een uitdaging om nu nog zo snel mogelijk naar beneden te gaan. Bovendien was blijven trappen ook wel nodig om het niet te koud te krijgen. De bui hield op maar het bleef koud en onheilspellend donker. We bleven dus flink vaart maken en zo kwamen we dan bij de laatste klim naar Sarnano. Ook dit plaatje zag er weer schitterend uit. We zouden echter die avond terug gaan om bij het middeleeuwse feest te gaan kijken, dus we gingen verder naar de camping. Wel zagen we de voorbereidingen van het feest al. De huizen waren versierd overal hingen vlaggen en de meeste mensen liepen in middeleeuwse kleding. Het zou vast een leuke avond worden. Het bleek nog een flink stuk naar de camping dus toen we aankwamen hebben we direct gevraagd of er een manier was om bij het dorp te komen voor de feestelijkheden. Er bleek geen vervoer richting het dorp te gaan. De campingeigenaar bood aan ons te brengen. Even snel de tent opgezet en ons gewassen. Het was weer gaan regen en toen begon het te plenzen en nog harder te regenen. De hele camping stond ondertussen blank en overal liepen grote modderstromen over het terrein. Gelukkig stond onze tent goed en bleef daar alles droog. Niet slecht voor onervaren kampeerders. De regen was zo erg dat het feest in het dorp ook niet doorging wat wel een teleurstelling was. We moesten echter toch iets eten en op de camping was dat die avond niet mogelijk door een bierfeest en het slechte weer (we hebben wel eens betere smoezen gehoord om klanten niet te helpen!). Gelukkig wilde de camping eigenaar ons nog steeds wel even naar het dorp brengen. Daar bleken de restaurants allemaal vol te zijn dus uiteindelijk kwamen we door en door nat in een soort snackbar/ pizzeria. De pizza daar smaakte voortreffelijk maar dat kan ook best de honger of de kou geweest zijn. Daarna de camping gebeld of ze ons weer konden halen. Door de stomende regen en de beslagen ruiten was het nog een zeer spectaculaire rit om terug te komen. Moe, koud en nat kwamen we toch weer heelhuids terug. Het is die nacht niet meer droog geworden. Onafgebroken regen, plenzen en gieten. Heerlijk zo’n vakantie in Italië in augustus.
Zo dat waren dan weer 5 A4tjes en nog is onze vakantie niet afgelopen.
Wordt maar weer vervolgd dan.
Saluti Anne Marie