Elfstedentocht 30-5-2013
Henk Biest vroeg mij of ik zin had om de Elfstedenstedentocht te rijden. Hier ben ik samen met zwager Bart gretig op ingegaan. Henk zou zorgen voor de inschrijving. De liefhebbers waren Henk en Adri met vrouwen, Theo, zwager Bart en ik. Toen eenmaal bekend was dat de inschrijving was geaccepteerd en wij in het bezit zouden komen van de startbewijzen, begon het aftellen.
Eerste Pinksterdag zijn zwager Bart en ik naar Sneek vertrokken.Wij hadden een kamer geboekt in hotel Amicitia. Henk en Adri met vrouwen verbleven in hetzelfde hotel en waren zelfs al eerder ingetrokken in dit hotel. Toen Bart en ik het hotel betraden, troffen wij Henk en Adri in de hal. Na een hartelijk onthaal met koffie hebben wij gezellig even zitten bijpraten, waarna wij zijn gaan inchecken. De fietsen en tassen werden op de kamer gestald om vervolgens richting het café/restaurant te gaan. Op dat moment arriveerde Theo. Wij hebben beslag gelegd op de Stammtisch en onder het genot van een drankje werd de strategie van de volgende dag besproken. Op een gegeven ogenblik kwamen Jaap en Ardwil binnen, zij hadden elders onderdak gevonden en met Henk was afgesproken dat zij langs zouden komen en dat wij gezamenlijk zouden dineren. Tijdens het gevarieerde diner kwam uiteraard ook het weer ter sprake. Ardwil raadpleegde Buienradar, want hij vond Weeronline niet betrouwbaar.
Buienradar gaf bij een 24uurs voorspelling een kraakheldere lucht boven Friesland en een verwachte temperatuur van 19 graden. Dit heeft mij doen besluiten om in zomertenue te gaan fietsen. Aan de wand hingen een tweetal televisies, waarop op een gegeven moment de kamers van het hotel werden getoond. Toen de bruidssuite werd getoond, lekker decadent, vertelde Adri dat hij met zijn vrouw die kamer hadden. De voorbereiding was verder optimaal, want er werd nauwelijks wijn of bier gedronken tijdens het diner en het slot van de avond. De verwachtingen waren hooggespannen. Henk stelt voor om de volgende morgen om 5 uur te ontbijten en om 6:15 uur te vertrekken naar Bolsward. Om ongeveer half elf zochten wij onze kamers op om de volgende morgen om klokslag 5 aan het ontbijt te verschijnen. Na een stevig ontbijt en gevulde rugzakken van mijn Molshirt reden wij op de afgesproken tijd weg. Henk was al wel tweemaal wezen kloppen dat zwager Bart en ik moesten opschieten. Henk nam vanaf het hotel direct de kop en bepaalde het tempo. In no-time waren wij in Bolsward, waar het al een drukte van belang was en natuurlijk waren wij ruimschoots op tijd. Om precies kwart over zeven werd kaartnummer 18 omgeroepen en konden wij richting start gaan.
Na een wandeling van zo'n 10 minuten handen wij onze eerste (start)stempel te pakken en konden wij aan de tocht beginnen. Nog 235 km te gaan! Wij hadden er zin in en koersten in een stevig tempo richting Harlingen. Na een kleine 19 km handen wij onze 2e stempel. Het was behoorlijk mistig/nevelig, maar desondanks was het goed te doen in korte broek en wielershirt en losse mouwen. Na Harlingen volgde Franeker. Op onze tocht passeerden wij met regelmaat groepen fietsers. In de plaatsen die wij aan deden was het feest. Levende muziek dan wel disco. In sommige plaatsen swingde het echt de pan uit. Henk had ons nog gewaarschuwd dat met name het stuk tussen Franker en Dokkum in een hel kan veranderen als je daar wind tegen hebt. Ons was de wind gelukkig goed gezind en wij reden gezwind naar Dokkum. Wij konden wedijveren qua tempo met de mannen van de snelle groep van de Mol. Onderweg kwamen wij Ardwil nog tegen, die op Jaap stond te wachten. Onverdroten snelden wij voort en steeds als wij door plaatsen/dorpen reden en werden toegejuicht en/of geklapt spanden wij de benenspieren om er nog een schepje boven op te doen. Pure natuurlijke dope, niet meetbaar bij een controle.
Onderweg maande Henk nog wel om het wat rustiger aan te doen want wij hadden nog een lange weg te gaan. Na Dokkum volgde Leeuwarden, al de kleine dorpen die wij passeerden noem ik maar niet, want sommige namen zeggen jullie toch niets, zoals: Herbaljum, Tzummarum of Hiaure. De afzetting van de wegen was perfect geregeld door politie en verkeersregelaars. Op alle kruisingen en splitsingen van wegen kregen wij voorrang. Indien wij van de weg terug naar het fietspad moesten, voor de verkeersveiligheid, dan stond daar een verkeersregelaar om ons naar het fietspad te dirigeren. Na Leeuwarden vonden wij het tijd om een koffiepauze in te lassen. Tot nu toe reden wij zonder problemen en uiteraard als slimme Mollers, want om de beurt verrichtten wij kopwerk, maar schroomden ook niet om bij een groep aan te pikken, die naar ons gevoel in het voor ons juiste tempo reed.
Onderweg passeerden wij mannen op de fiets met echte wit/grijze sinterklaasbaarden, twee mannen verkleed op een tandem met daar achter een karretje met een compressor met een hoorn/toeter. De mannen trapten heel licht, en trapten zich een slag in de rond. Ik denk niet dat zij de finish hebben gehaald, maar dat zal ook niet de bedoeling zijn geweest, denk ik. Een leuk gezicht was het wel. Ergens rond het middag uur arriveerden wij weer In Bolsward, 138 km gereden en nog zo'n 97 km te gaan. Uiteraard moesten wij weer van de fiets en zijn op ons gemak richting stempelpost gelopen, ook hier weer een gezellige bedrijvigheid het veel mensen langs de kant van de weg. Na onze kaarten te hebben laten stempelen, zijn wij richting Sneek gereden, waar de vrouwen van Henk en Adri ons zouden opwachten langs de route bij een eetgelegenheid. Eenmaal in Sneek is het gaan motregen en vervolgens is het niet meer droog geweest. Op het terras van een eetgelegenheid, onder een parasol, zaten de dames op ons te wachten. Wij zijn met z'n allen naar binnen gegaan en hebben gezellig en lekker zitten lunchen. Na de lunch hebben Theo, Henk en ik onze regenjacks aangedaan.
Na afscheid te hebben genomen vervolgende wij onze weg naar IJlst. Hier was het een drukte van belang en na de stempelpost ben ik Henk, Theo, Adri en zwager Bart uit het oog verloren. Ik meende dat zij zich voor mij in de drukte bevonden. Nadat ik de ergste drukte achter mij had gelaten, ben ik langs de kant van de weg gaan staan in de hoop dat de anderen zich bij mij zonden vervoegen, maar na enige tijd meende ik dat ze al verder waren gereden. Ik ben toen op mijn fiets gestapt en heb de achtervolging ingezet. De volgende stempelpost was Sloten en dit dorp lag 21 km verderop. Vele groepen ben ik gepasseerd, maar de mannen in rood/zwart/grijs heb ik niet ingehaald. Even voor Sloten moest ik wachten voor een geopende brug, en ik heb toen met mijn mobiel contact gezocht met zwager Bart. Wat bleek zij zaten achter mij. Na de stempelpost vond de hereniging plaats. Allengs werd ik natter dan nat en zat ik op de fiets te soppen in mijn schoenen. Bij Stavoren begon ik, ondanks de warme ontvangst, op weg naar de stempelpost te bibberen als een schoothondje. De stempelkaart kon ik gewoonweg niet stilhouden. Veels te zomers gekleed dus. Kortom, eigen schuld dikke bult. Henk,Theo, Adri en zwager Bart hadden er minder last van omdat zij zich warmer hadden gekleed. Wij begonnen aan de laatste loodjes, nog 31 km te gaan. In Hindeloopen moesten wij, hoe kan het ook anders, want de hinde lopen nu eenmaal in Hindeloopen, lopend over een smal en glad bruggetje. Het laatste stukje zou een eitje worden, maar ongeveer een km of 5 voor Bolsward reed Adri lek. De band werd gewisseld. Het weer inzetten van het wiel gaf wat problemen, en onder het toeziende oog van de bewoonster waar wij op de oprit stonden, werd het klusje geklaard. Hup weer op weg! Echter ...na 100 meter stond Adri weer lek. Nu werd de buitenband goed nakeken en werd het corpus delicti snel gevonden en verwijderd. Ik hield de fiets vast, maar toen Henk het wiel er weer in wilde plaatsen bibberde ik zo erg dat Henk de kans niet kreeg om het wiel tussen de achtervork te duwen. Uiteindelijk is het gelukt en hebben wij de laatste kilometers afgelegd. Weer terug in Dokkum. Veel mensen langs de weg ondanks de regen en bij de finish zag het zwart van de mensen. Wij hadden de klus geklaard en mochten in een grote tent onze stempelkaarten tonen voor het fel begeerde kruisje.
De vrouwen van Henk en Adri stonden bij de uit/ingang te wachten om hun mannen te verwelkomen. Toen was het weer gauw op de fiets om in sneltreinvaart naar ons hotel te rijden. De laatste hindernis moest nog worden genomen een viertal trappen op met de fiets op je schouder. Op de hotelkamer eerst een bak koffie genomen en vervolgens een heel hete douche. Enige tijd later zijn wij naar het restaurant gegaan in de hoop nog te kunnen dineren, maar voor ons was dit niet meer mogelijk. Met z'n allen Henk, Theo, Adri, de vrouwen, zwager Bart en ik zijn met de auto naar Sneek gereden om eens te kijken of daar nog iets te eten viel, gelukkig vond Henk voor ons een restaurantje waar wij heerlijk mediteranees hebben gedineerd. Uiteraard hebben wij aan tafel de tocht nog eens gereden en ik denk dat ik er niets aan miszeg dat het een prachtige belevenis is geweest, die voor herhaling vatbaar is. Zeker voor zwager Bart en mij, want voor ons was het de eerste keer dat wij meededen. Henk reed de tocht al voor de 4e of 5e keer en Adri en Theo voor de 2e keer. Omstreeks half elf zijn wij terug gegaan naar het hotel, waar wij nog enige tijd hebben zitten nakaarten. Wij konden immers uitslapen. De volgende morgen nog gezellig met z'n allen ontbeten, waarna het onvermijdelijk afscheid zich omstreeks kwart over tien aandiende.
Henk, Adri, vrouwen, Theo en last but not least zwager Bart bedankt!
Ad Doedijns
Een SuperMolrit 18-5-2013
Da’s nog eens een kop. Eentje waar je alle kanten mee op kunt.
En alle richtingen zijn in dit geval goed.
Een superrit omdat deze voor de verandering naar Rockanje ging en dus stond de route garant voor zeer veel afwisseling. Alles wat in Nederland aan verscheidenheid van natuur te vinden is kwamen de 27 mollers op hun 160 kilometer lange tocht tegen. Nee geen immense heuvels, maar toch wel even wat klimwerk door de Kiltunnel ter afsluiting. En polders, weiden, dijken, bossen, duinen en de zee.
Harry en Theo hadden een mooi parcours uitgewerkt en schroomden zelfs onderweg niet om nog enkele varianten te bedenken. Bijzonder was de weg rondom Brielle. Nu eens niet dwars door maar vlak langs de vesting. Daar waar Alva zijn Waterloo vond (al kende hij dat gezegde niet, omdat Napoleon toen nog geboren moest worden).
Op naar Oostvoorne en daarna naar Rockanje. Windje tegen, maar dat was behalve de koude, het enige wat parten speelde. De verwachte regen bleef gelukkig uit dus bleef het droog tot aan de pauze. De plot van het verhaal maar alvast verklappend: er viel de gehele dag geen spetter.
Na een aantal sanitaire oponthouden omdat het één en ander niet kon worden opgehouden, was daar eindelijk de zee voor het pelotonnetje. De volgwagen was van slag en zat een slag te ver, maar dank zij de moderne apparatuur werd ook dat probleempje snel opgelost. Appeltaart, koffie (thee) en twee helblauwe ogen veraangenaamden het verblijf met het uitzicht naar wat er nog komen zou.
Na de diverse plichtplegingen zoals het stempelen van de kaart en het scannen van weer een andere kaart en –niet te vergeten- het afrekenen van de diverse consumpties, werd het vertrek meester gegeven en werd er richting het eiland Voorne-Putte gereden. De angst dat dit het mindere deel van de route zou worden bleek allengs ongegrond. Er zijn daar meer wegen die naar de Haringvlietbrug leiden dan alleen maar die vermaledijde provinciale weg waar geen eind aan lijkt te komen.
Net voor de Haringvlietbrug, met de Hoekschewaard in het verschiet, werd de groep tijdelijk opgehouden door een echte wielerwedstrijd. Een heleboel plisie, een compact peloton waarin iedere renner met het meest grote verzet door de bocht ging… ze kwamen van de brug af he. En, een heleboel volgwagens, voor iedere renner één leek het wel. De ene wagen volgepakt met een halve fietswinkel en de andere weer met niks. Wat die daartussen te zoeken had, blijft een onopgelost raadsel. Na verloop van tijd en hilariteit, kwam aan genoemd oponthoud toch ook een einde en konden we richting de lang verwachte Hoekschewaard. Niet iedereen is het er over eens, maar het is een prachtig gebied. Daar waar de aardappelen vandaan komen, daar waar de dijken liggen die het water tegen houden, daar waar de Golden Earring ook dit jaar in de zomer op zal treden. Waar vind je zulke verscheidenheid. En om uit die waard te komen moet er ook nog veel moeite gedaan worden, zo graag willen ze je daar houden –lijkt het. Hoe je het ook wendt of keert, je zal een tunnel moeten beklimmen.
Omdat de plot al is verklapt iets anders.
Harry en Theo bedankt voor de mooie rit, verkeersregelaars bedankt voor jullie tomeloze inzet en chauffeur met bijrijder bedankt voor het altijd maar weer de juiste plek terug te vinden na een paaltje in het wegdek . Ik meen dat te kunnen schrijven namens alle aanwezigen van deze Super Molrit op 18 mei 2013.
Douwe
Top weekje Mol 14-4-2013
Het gaat er op lijken. Afgelopen paasweekend een rondje Breda gefietst van 110 km en Bultentocht 140 km gereden. Een dinsdag de trainingsavond aan mij voorbij laten gaan omdat ik op woensdagmorgen met de jeugd van de Mol zou gaan fietsen en tijdens de Bultentocht hoorde ik dat Ronald en Erik dan de tocht voor de komende zaterdag zouden voorrijden.
Toen ik vanmorgen bij het vertrekpunt, Impuls, aankwam ben ik niet verder gekomen dan de hal van het pand.
Het was druk een groep zou Leerdam met een bezoek vereren en Ronald en Erik zouden ons leiden naar de paters van Meerseldreef in België, maar wat zie ik tot mijn verbazing het hele elite corps hadden Ronald en Erik meegenomen. Wat denk je Dimitri, Jaap, Dirk en Ton waren ook van de partij. Met z`n zessen zouden zij voorrijden. Hun bikes waren voorzien van luxe Garmins van het laatste type. De navigatie apparatuur vertegenwoordigde een waarde van zeker meer dan €3.000,00. Wij konden bij wijze van spreken met onze ogen dicht de mannen achterna rijden. Moet je natuurlijk niet proberen, want dan lig je zo in de greppel.
Met een stevige Noord Oostenwind reden wij, zoals min of meer te verwachten was, naar Terheijden, Boswachterij Dorst en Bavel, maar daarna bogen wij af richting Chaam. Een stuk Chaamse bos was niet te versmaden. Heerlijk ging het. Ik, en niet alleen ik, kreeg op een gegeven moment het idee dat de navigatieapparatuur van onze elitegroep het liet afweten, omdat er gestopt diende te worden om te beraadslagen hoe nu verder moest worden gereden. Mij hoor je niet klagen, want ondanks de stevige wind was het heerlijk fietsen, daarnaast een leuke bijkomstigheid omdat ik weer een paar wegen die ik nog niet bereden had in het Brabantse aan mijn lijst kon toevoegen.
Op een gegeven moment was het weer even dubben, maar het merendeel van de groep reed linksaf Ronald achterna, maar wat later bleek een groepje had minder vertrouwen en vroeg aan iemand de weg naar de paters. Dezen wantrouwige waren onder meer Ton, Franco, Douwe, Dirk en nog een paar. Na meer dan 70 km hadden wij uiteindelijk met dorstige kelen de paters bereikt. Gulzig vielen wij op de koffie aan, die wij ons goed lieten smaken. Ongeveer 20 minuten later, wij zaten al aan onze tweede kop koffie, kwam pas het groepje wantrouwige binnen. Uiteraard liep de pauze iets uit, maar dat was geen enkel probleem, omdat het gewoon Mols gezellig was. Chris liet zelfs een menu aanrukken, gelukkig maar een één gangen menu, want anders hadden wij er om halfacht nog gezeten. Zelf heb ik een tafel gedeeld met onder meer Henk, Hans, Jan en nog een paar.
De elitegroep werd niet gespaard en kregen de nodige op- en aanmerkingenop een leuke manier over zich heen.
De reis werd na de pauze richting ons welbekende eiland aangevangen en wonder boven wonder, zonder smerende beren, trapte dit in het begin lekker en soepelweg zonder veel last van de wind te hebben, maar gaande weg kregen wij toch weer te maken met een straffe wind met het gevolg dat iedereen als geliefden dicht tegen elkaar kroop om maar te kunnen profiteren van de luwte van de persoon voor of naast hem. Dit keer geen haar, want vrouwelijke wielertoeristen hadden wij niet in ons midden.
Eenmaal weer op ons vertrouwde eiland aangeland ging op een zeker moment ieder zijns weegs.
Thuis gauw een douche genomen om daarna dit stukje te kunnen schrijven. Onder hetgenot van een rode Chateau de l`Horte en nagenietend en gloeiend heb ik het geschreven. Drie ritten in vijf dagen met een totaal van 372 km in de benen. Top toch!
Ad Doedijns
NB:
Aan de rit voor zaterdag wordt door Ronald en Erik nog geschaafd, maar de ruwe versieis een diamant
Een barre rit 23-3-2013
Tijdens een discussie waarbij onder andere de vraag werd gesteld of gevoelstemperatuur valt te meten, en zo ja hoe, werd het op zaterdag 23 maart al heel snel tijd om de beslissing te nemen of het verantwoord zou zijn de jaarlijkse Waardentocht door te laten gaan. Zo uit mijn ooghoeken kijkend, terwijl met het discussieonderwerp al maar meer zijwegen werden besproken (wat geeft bijvoorbeeld de thermometer aan bij nul graden en een gevoelstemperatuur van min vijftien), zag ik dat er al dan niet versteend van kou en stevige tegenwind steeds meer Mollers richting de warme koffie en thee rolden.
Van afgelasting van de rit, wegens kou en fikse wind(vlagen) kon op dat moment bijna geen sprake zijn, tenzij je als TC-lid een opkomende wens op een versneld levenseinde zou hebben. Dit laatste en het feit in overweging nemend dat de heenreis in de rug gesteund zou worden door een oostenwoei, werden in allerijl alsnog de gele hesjes, de portofoons en de oranje hesjes aan de Mollers “van dienst” uitgereikt, terwijl ook nog even de inschrijftafel in orde werd gebracht. Zelf -bedacht ik me- moest me nog inpellen en daarmee wapenen tegen de verwachte koude. En uiteraard ook nog de bedachte scannen plegen. Het is duidelijk: inpellen en scannen gaat niet te samen, dus werd daarvoor effe hulp gevraagd.
Even na negenen vertrokken zo’n dertig deelnemers voor een toen al gedenkwaardige Waardentocht. Met de wind in de poeperd. Al snel was er het eerste oponthoud. De mannen bleven wel erg lang weg voor een lekke band. Bevroren ventiel? IJzige lucht in de binnenband? Nee, later bleek er een schaap op zijn kant te hebben gelegen. Een aantal Mollers met een ruim hart voor alles wat leeft en bloeit en hen altijd maar weer boeit, trachtten het beest op al zijn poten weder recht op te zetten. Na een aantal keren gaven zij de moed op, nadat gebleken was dat het schaap er zelf niet zoveel zin meer in had. Door de op dat moment voor het Mol peloton schappelijke wind, was de groep kebab weer snel retour. Een lekke band, was snel verwield en het Mol gezelschap spoedde zich naar de koffiepauze, na eerst door een zeer gure Hoeksewaardse zijwind te zijn geteisterd.
Het voorstel om na de Volkeraksluizen maar naar Rockanje te fietsen en daar de bus naar huis te nemen stuitte onderweg op praktische bezwaren, waarbij het belangrijkste bezwaar was dat er geen rechtstreekse busverbinding zou zijn.
Dus.
Dus werden de voorrijders en de verkeersregelaars het laatste stuk na de pauze daadwerkelijk op de proef gesteld. De mannen en vrouwen die daar achter reden, haalden de bekende capriolen uit om maar vooral niet al te veel in de wind te zitten. En dat alles ging op een verantwoorde en veilige manier. En het moet toch weer eens geschreven worden: wat een geweldenaren zijn die verkeersregelaars toch. Het leek er niet op of zij last van die lastige wind hebben gehad. Een grap tijdens het passeren verwaaid in de oren aankomend en af en toe de kop overnemend om de voorrijders op adem te laten komen.
Eigenlijk was het een barre rit, zwaar en niet eens door de kou maar eerder door de af en toe adembenemende wind. En dat het peloton de rit ongehavend heeft uitgereden is mede te danken aan het feilloze voorrijden van Ferrie, Kees, Jaap en Ardwil. En het verkeersgeregel van Anton en Ronald. En dit alles ondersteund door de bemanning van de volgwagen, Ad en André.
Het was me een ritje wel. Eentje die in mijn geheugen is vastgevroren.
En voor hen die het naadje van de kous willen weten over de gevoelstemperatuur, verwijs ik naar onderstaande.
De formule voor de gevoelstemperatuur (G) op basis van JAG/TI-methode luidt:
G = 13,12 + 0,6215T - 11,37(3,6W)^{0,16} + 0,3965T(3,6W)^{0,16} \,\,
met temperatuur T in °C op 1,50 meter hoogte en gemiddelde windsnelheid W in de afgelopen tien minuten in m/s op 10 meter hoogte (conform de internationale afspraken voor de meting van luchttemperatuur en windsnelheid). De windsnelheid wordt met de machtsfunctie (^0,16) herleid van de windmeting op 10 meter hoogte naar de wind op 1,50 meter hoogte.
In de lage landen wordt in weersverwachtingen de windsnelheid meestal aangeduid als de windkracht volgens de Schaal van Beaufort. Uit de formule op basis van JAG/TI-methode en de empirisch vastgestelde omrekenformule van de Beaufortschaal volgt de volgende praktische benaderingsformule van de gevoelstemperatuur (G):
G \approx 13 + 0,62T - 14B^{0,24} + 0,47T B^{0,24} \,\,
met temperatuur T in °C op 1,50 meter hoogte en windkracht B volgens de Schaal van Beaufort. Deze formule gaat uit van de gemiddelde windsnelheid van iedere afzonderlijke Beaufortwaarde. De uitkomsten uit deze benaderingsformule komen niet exact overeen met de waarden in bovenstaande tabel omdat de Schaal van Beaufort geen continue schaal is
Douwe.