Wijnvillas Molrit 23 juni 2012
Zwager Bart zou niet mee gaan, want hij wil zondag op de Limburgse heuvels pieken, zodat de Wijnvillas Molrit moest wijken. Daar zou hij nog spijt van krijgen! De weersvoorspelling om te fietsen is goed tenoemen. Misschien dat de wind ons parten zou gaan spelen. Voorspelling 4 tot 6 bft. Omstreeks tien over halfacht van huis vertrokken. Onderweg werd ik ingehaald door Richard. Samen zijn wij naar de residentie De Mol gereden. Eenmaal binnen zijn wij bij Jan en Adrie aan tafel gaan zitten. Vlak voor tijd komt Bas naar mij toe en vraagt of ik verkeersregelaar wil zijn en geeft mij het welbekende oranje hesje met daar bovenop mijn verkeersregelaarspas. Uiteraard heb ik ja gezegd. Ik zou met Harry, een routinier, als verkeersregelaar rijden, dus dat was goed geregeld.
Henk en Gerrit zouden de kar trekken. Douwe en Steven waren de piloten in de volgauto. Samen met Harry achter Henk en Gerrit onze plaats ingenomen. Het eerste deel dat wij reden kent voor niemand van ons nog geheimen, maar het maakt het er echt niet minder leuk om. Mijn eerste actie als verkeersregelaar was de oversteek Zuidendijk/ Provinciale weg. Geen auto te bekennen. Probleemloos reden wij in een goed door Henk en Gerrit gedoceerd toerritme, gelijk de samba, waarschijnlijk mede een gevolg van de wind, richting Moerdijk. Na Moerdijk ging het richting Lage Zwaluwe. Bij het verlaten van Lage Zwaluwe vergiste Henk zich even in de richting, maar Gerrit was koersvast en loodste ons, via de fietsroute, voormelde plaats uit richting Heikant. Na Heikant volgde Wagenberg, Terheijden, waarna wij de Vrachelse Heide passeerden om Teteringen te kunnen bereiken. Met z'n allen reden wij soms een beetje wind mee en soms een beetje tegen, maar nimmer vol tegen. Harry volgde ik direct als hij weer naar voren schoot om een weg ofkruising af te zetten. Heeft wel wat weg van de intervaltraining, die ik de woensdag daarvoor van Jetse had gehad. Meerijden in een rustig tempo met de groep en dan, nadat de kruising gepasseerd was door de groep, kruising vrijgeven en snel naar voren rijden om achter Henk en Gerrit positie te kiezen. Harry vertelde mij al ruimschoots van tevoren wanneer er vooruit gereden moest worden. Hij is volgens mij een wandelde Google Maps. Na Teteringen volgde Boswachterij Dorst, Dorst, Bavel en Breda om bij de Paters in Meersel Dreef te eindigen. Bij de Paters zijn de meeste Mollers lekker buiten op het terras, aan de achterzijde, gaan zitten, lekker in de zon. Was wel even gezellig. Tijdens de pauze liet Anne Marie vol trots haar rugzakje zien. De vorige keer had zij een klein rugzakje met mijnheer De Uil van de Fabeltjes krant er op, maar nu had zij een rugzakje met de tekenfilmfiguur Cars erop. Met daarboven breed uitgemeten Mc Queen. Ben benieuwd wat Anne Marie de volgende keer mee neemt. Ook nog even aan Huub gevraagd hoe het nu zit met het gooi en smijtwerk in de keuken. De pasta slierten zitten namelijk tegen de keukenkastjes als AnneMarie pasta klaar maakt. Als het blijft plakken dan is het gaar. Ik denk dat wij met z'n allen bij Huub en Anne Marie in hun nieuwe huis haar formidabele kookkunsten maar eens moeten proeven, vinden jullie ook niet? Uiteraard werd er ook gesproken over de tocht van zondag. Diverse Mollers vertelden mij niet te zullen gaan vanwege de slechte weersvoorspellingen. Kortom de pauze vloog voorbij. De snelle mannen en vrouw Jonneke maakten zich klaar voor vertrek. Harry reed met de Snelle groep en had zijn hesje doorgegeven aan Jan. Ik heb vernomen dat de snelle Groep een nieuwwereld uurrecord heeft gebroken, want Theo R. meldde mij dat hij op z'n gps een snelheid noteerde van 53 km.
Doordat er een redelijk grote Snelle Groep vooruit gesneld was, bleef er een knusse groep toerrijders over. Onder de bezielde leiding van Gerrit en Henk reden wij richting Rijsbergen, Prinsenbeek richting Zevenbergschenhoek. Met regelmaat snelde Jan en ik naar voren om ons werk te doen. Voor Zevenbergschenhoek de A16 over richting Moerdijkbrug. Alleen bij de rotonde stopte Jan H., want hij moest even een wiel wisselen. Douwe en Steven waren paraat dus geen enkel probleem. Op de terugweg hadden wij voornamelijk windje mee. Na de brug zijn wij door de polder terug naar onze residentie gereden en hebben wij bij Co nog wat gedronken.
Het is een beetje eentonig, maar ik kan er niets aan doen, omdat ik weer moet concluderen dat wij een topdag hebben gehad. Met dank aan Henk, Gerrit,Douwe, Steven en niet te vergeten Harry en Jan, die mij tijdensde tocht op weg geholpen hebben om als verkeersregelaar te functioneren.
Ad Doedijns
Nieuw onderdeel voor de Olympische Spelen Londen 17-06-2012
De uitkomst van het spoedoverleg tussen het bestuur van DTC de Mol en de voorzitter van het Internationaal Olympisch Comité (de Belgische baron Rogge) heeft op het allerlaatste moment geresulteerd in de toekenning van een nieuw Olympisch nummer: 2000 meter lekrijden voor heren. Uitgezonden voor Nederland zal worden de heer Schreuder uit Sliedrecht, bij de meeste bekend als Jannes.
Na een korte trainingsstage op de woensdag voor de zaterdag, is het hem zonder moeite gelukt om de limiet te bereiken, zodat niets meer in de weg staat om Jannes voor Nederland uit te laten komen op dit nieuwe nummer.
De limiet was drie lekke banden binnen de twee kilometer. Lukte hem dat afgelopen woensdag net niet, tijdens de herkansing zaterdag haalde hij (zij het met hakken over de sloot) met enige glans en moeite zijn uitverzending.
De hazen (welbekend uit de atletiek) hebben voor het bereiken van de limiet wel alle mogelijke inspanningen moeten verrichten. Zo werd er met de chauffeurs van de volgwagen heimelijk samengespannen om maar vooral niet aanwezig te zijn tijdens de eerste lekke band van Jannes. Getraind als de chauffeurs waren, lukte het hen om ook volledig afwezig te zijn bij de tweede lekke band. Jammer was dat bij de derde lekke band de volgauto vergeten was de verkeerde afslag te nemen –terwijl dat toch duidelijk was afgesproken- zodat Jannes een reservewiel aangereikt kon krijgen. Jannes wist toen al dat hij de limiet had bereikt en accepteerde, enigszins het morrend, het reservewiel, dat gelukkig niet meteen paste.
De tweede actie, om er maar vooral voor te zorgen dat enig malheur niet al te snel kon worden verholpen, het bij de Moerdijkbrug vooruit sturen van de volgwagen, mislukte eveneens jammerlijk. Dit door ingrijpen van een van de verkeersregelaars die de wagen net voor de brug een inham instuurde met het bevel daar te wachten. Maar er komen herkansingen!
Dus, er gebeurde wel wat de eerste kilometers van de vaderdagMolrit naar Gilze-Rijen.
Met 36 mannen en vrouwen in haar kielzog zetten de zes mannen van de Sliedrechtgroep er de flinke sokken in, om via bosrijke streken –bekend van de terugweg van Zwijndrecht naar Zwijndrecht) en over droge en natte wegen te Gils (zo noemen die mensen daar hun woonplaats) de koffie voorgeschonken te krijgen. Op de terugweg werden door die zes man wederom de sokken ingezet eveneens flink, maar met wat minder mensen in haar kielzog. Een gedeelte had zich afgesplitst en was wat eerder vertrokken. De snelle groep zogezegd. Het zal uiteindelijk niet veel hebben gescheeld, want ondanks de wind was de terugreis voorspoedig en werd klokslag veertien uur negen het clubhuis bereikt.
Kortom, een (in)spannende rit, strak voorgereden door de mannen uit het baggerdorp en zonder (hoorbare) wanklanken.
En Jannes: succes op de Olympische Spelen hoor. En als je wat hulp nodig hebt, glas, een kapot wiel of velglint, een doorntje hier of daar of een ingewerkt volgautoteam, je weet het allemaal te vinden.
D’ouwe
Ames vaderdagrit 16 juni 2012.
Van de week had ik de Dinsdagavondtraining al aan mij voorbij moeten laten gaan, omdat ik te laat thuis was van mijn werk en de woensdagbaantraining vanwege het voetballen. Donderdagavond ben ik direct uit mijn werk op de fiets gestapt om een paar kilometers te maken en energie(of was het agressie) kwijt te raken. Heerlijk moe toen ik thuis kwam en ik had het idee dat mijn dijen een paar centimeters waren toegenomen. Het nadeel was wel dat ik 's-zaterdags nog last had van mijn benen.
De weersvoorspelling in de krant was dat er 50% kans op regen bestond en dat de wolken en buien in de loop van de dag zouden wegtrekken. En verder was een minpunt de wind. Een zuidwester van 4 tot 6 Bft.
Een lekker idee als je weet dat de tocht in zuidelijke richting gaat. De mannen van de Sliedrechtgroep zouden ons leiden tijdens deze tocht. Jannes nam kort het woord om ons te instrueren. De groep die op weg ging was, mijn schatting, ongeveer 40 /45 man groot. Als verkeersregelaars waren Chris O. en Theo R. paraat. Als piloten in de volgauto waren Hugo Breems en Erwin de Groot van de partij.
Vanaf het begin trokken de mannen van de Sliedrechtgroep direct van leer en gaven hun visitekaartje alvast af. Alleen Jannes was direct nadat wij het Wantij waren overgestoken al het lijdend voorwerp. Hij had de primeur een lekke band. Wij reden gewoon door, want zo'n vuiltje is natuurlijk zo gepiept, ware het niet dat Jannes, nadat hij de band had vervangen na 200 meter opnieuw lek stond en daarna nog eens. Zulke dingen gebeuren natuurlijk altijd als er geen volgauto in de beurt is. Bij de afslag Zuidendijk/Meeuwenseweg stonden wij te wachten op de pechvogel en zijn begeleiders. De 'TamTam' had zijn werk gedaan. Op een gegeven moment kwam vanaf de Zeedijk de volgauto aan en die is terug gereden om Jannes van een ander wiel te voorzien. Na een stief halfuurtje konden wij weer verder en aan de voortvarende manier waarop onze voorrijders het hef in handen namen konden wij opmaken dat zij de verloren tijd goed wenste te maken. Daarna heb ik niets meer gemerkt van lekke banden of anderszins, maar volgens mij was Jannes in het eerste deel van de tocht de enige. Wij reden na de Moerdijk evenwijdig aan de A16 tot wij even na Zevenbergschenhoek de A16 overstaken om aan de andere zijde van de A16 onze weg te vervolgen om ter hoogte van Terheijden weer de rijksweg over te steken richting café-restaurant Elsakkers. Regelmatig moesten wij even aanzetten om de rijen gesloten te houden. Hij ging verder richting Prinsenbeek. Hierna volgde het Liesbos, Mastbos, Ulvenhoutse bos, Sint Anna bos, Het Nieuw Bos en het Chaamse bos. Heerlijk fietsen over geasfalteerde wegen in een gezond geurend nat bos. Na deze schitterende entourage achter ons te hebben gelaten was het nog maar een klein stukje naar onze rustplaats om te verpozen. Tijdens de pauze vertelde Dirk Immerzeel over zijn belevenissen en indrukken tijdens de Alp d'Huzes.
Na de pauze zouden zwager Bart en ik met de Snelle Groep meerijden. Dit keer bestond deze groep uit negen personen, Chris, Jonneke, Eric, Corné, Luca, Harry, Ronald, Zwager Bart en ik. Anderen lieten zich niet verleiden, misschien had dit te maken met de wind. Wij namen afscheid van de Toer Groep en reden weg. Al vrij snel lag het tempo waarin werd gereden heel hoog, gelukkig werd er na enige tijd een beetje gas terug genomen. Het ging langs vliegbasis Gilze-Rijen, Boswachterij Dorst, Teteringse Heide en Vrachelse Heide om bij de Put van Caron bij Den Hout uit te komen. In een verschrikkelijk hoog tempo werd er gereden, alleen op het fietspad door Boswachterij Dorst laag het tempo iets lager. Na Den Hout koersten wij naar Drimmelen. Tot zover ging het allemaal goed, maar na Drimmelen begon de bekende pijp voor mij leeg te raken. Na Drimmelen voerden de beulen het tempo weer op. Vlak voor Lage Zwaluwe wilde ik er de brui aan geven, maar gelukkig werd er gas terug genomen. Na Lage Zwaluwe ging wederom het tempo omhoog en dreigde ik weer achter te blijven, maar wederom werd er door de groep gas terug genomen. Eenmaal bij de Moerdijkbrug aangeland en de brug op ging de groep er weer vandoor. Ik er achteraan, maar met een snelheid van tussen de 40 en 42 km kon de groep niet bijhouden, na de brug in de bocht van het fietspad kon ik weer aansluiten, omdat de groep weer gas had teruggenomen. Op de Rijksstraatweg werd er voor de laatste keer vol gas gegeven tot de Tweede Tol, maar nogmaals moest ik de groep laten gaan. Bij de Tweede Tol nam Corné afscheid en werd er verder in een wat rustiger tempo gereden. Bij de afslag naar Wieldrecht namen Jonneke en Eric afscheid en bij de Schenkeldijk Chris. Met z'n zessen zijn we naar de brug over het Wantij gefietst waar de groep zich verder opsplitste.
Conclusie: Zowel voor als na de pauze heerlijk gefietst door een bosrijke omgeving. Onderweg geen regen gehad wel veel wind. Veel te warm gekleed en na de pauze gemerkt dat als de benen niet fris zijn je tekort komt wanneer het er echt op aan komt, maar met dank aan de groep gelukkig niet hoeven af te haken.
Ad Doedijns
Rogelli Molrit 10-06-2012
Wat moet en kun je nu verwachten van een Molrit na de deceptie van zaterdag.
Een uitslag van Nederland-Denemarken waar denk ik maar weinig mensen rekening mee hebben gehouden.
Ik ben gelukkig geen doemdenker, maar toch bouw ik meestal wel een paar zekerheden in. Een van die zekerheden was het schortje voor mijn achterwiel, ook wel spatscherm genoemd, omdat de weersvoorspelling was dat in de loop van de middag er kans bestond op regen. Verder leken mij een paar mouwtjes ook wel op z'n plaats, maar een regenjack weigerde ik mee te nemen.
Met zwager Bart naar residentie De Mol gereden, waar op het moment van aankomst het nog rustig was. Veel Mollers zouden zich toch niet door de stormachtige wind van vrijdag en zaterdag hebben laten afschrikken? Gelukkig niet! Toen het tijd was om te vertrekken, na het praatje van Chris, was de groep behoorlijk aangegroeid tot wel, een schatting van mijzelf, een mannetje 50. Kan iets meer of minder zijn geweest.
Ook deze keer weer twee, niet zeuren maar trappen voorrijders. Cees en Chris. In hun kielzog reden wij in het zonnetje richting Moerdijkbrug. Ferrie de BN-er en Dirty Harry als verkeersregelaars. Cees Molenkamp en Erik Dam sloten de rij als piloten in de volgauto. De wind kwam uit het zuiden, maar wij hebben er weinig last van gehad. Na Moerdijk volgde Zevenbergen, maar net even anders, omdat wij Oudenbosch op het oog hadden als richting. Daarna reden wij richting Steenbergen een richting, die wij niet vaak nemen en dus op deze zonovergoten dag als verfrissend genoemd mag worden. In Steenbergen reden wij min of meer rond de kerk, een mooie kerk die oogt als een slot zonder slotgracht. Vervolgens reden wij Steenbergen uit en reden wij over de Zeelandweg richting Zeeland. Om in Zeeland te komen dienden wij het Schelde-Rijn Kanaal over te steken om via de Philipsdam richting ons rustpunt te fietsen, ondertussen genietend van de mooie vergezichten over het water. Veel zwanen gezien, zelfs met jonkies. Toen wij bij restaurant Grevelingen aankwamen, was het niet direct te zien, maar aan de achterkant van het restaurant aangekomen, werden wij aangenaam verrast door het op ons wachtende terras dat een weidse aanblik bood op het water. Na ons te hebben geïnstalleerd, na binnen koffie gehaald te hebben met Apfelstrudel met vanille saus en slagroom, werd ik bevangen door het ultieme vakantie gevoel. Een tafel gedeeld met zwager Bart, Corné en Jan K. gezellig zitten kletsen en een beetje om mij heen kijken en het viel mij op dat ik veel tevreden gezichten zag.
Ook nu tikte de tijd rustig door en diende het moment van vertrek zich aan. Bij vertrek van het terras vroeg Henk B. nog of ik het bier alvast klaar wilde zetten. De Snelle Groep zou als eerste vertrekken. Een groepje van een mannetje of 18 verzamelde zich bij Dirty Harry, die zijn verkeersregelaars taak had overgedragen. Om er een paar te noemen: Zwager Bart, Corné, Luca, Miranda, Theo v.d. W., Theo R. Hans van D., Theo G., Good Old Arie, Henk K. (terug van weggeweest) Herman M., Ronald en nog een paar waaronder Jan Willem S., die nog even snel een paar laatste trekjes van zijn peuk nam.
Wij hebben het laatste stukje van de dam in sneltrein vaart gereden en reden op Oude Tonge aan en voor dat ik er erg in had lag Oude Tonge alweer achter mij en reden wij over de Hellegatsdam richting Haringvlietbrug. Na het nemen van de Haringvlietbrug kon ik stellen dat ik mijn grenzen weer had verlegd. Over de dijken zijn wij richting Strijen gekoerst om via Schenkeldijk bij de Wacht uit te komen, maar onderweg reed Dirty Harry lek, dus dit moest even worden opgelost. Theo R. haalde met zijn handen de beide banden van de velg en deed zonder hulpmiddelen de nieuwe binnenband en buitenband er om. Na dit intermezzo gingen wij weer onverdroten verder om de Kiltunnel te nemen. Na de tunnel namen de eersten afscheid. Via de Rijksstraatweg en Zeedijk ging het richting Meeuwenseweg, maar op de Zeedijk demarreerde Luca nog even en dienden wij al onze zeilen bij te zetten. Na de Meeuwenseweg, Zuidendijk, Wantijdijk, was het eigenlijk gedaan, want ter hoogte van de brug over het Wantij bij de golfbaan viel de groep verder uit elkaar. Een deel reed richting residentie en anderen direct huiswaarts.
Wat kan een rit als deze na zo'n deceptie tijdens het EK zalvend werken. Ik heb genoten en heb na deze therapeutische fietstocht geen psycholoog meer nodig. Chris en Cees, mooie rit! Verkeersregelaars, piloten en regisseurs weer bedankt voor de vlekkeloos verlopen tocht.
Ad Doedijns
De dag na de dag ervoor
Wakker wordend door een fikse regenbui, terwijl de dag ervoor de zon door de half open luxaflex van de slaapkamer scheen.
Het belooft een mooie dag te worden dacht ik. Een stukkie fietsen. Een stukkie van 220 kilometer om uiteindelijk vanuit Zwijndrecht in Zwijndrecht te belanden om daarna naar Zwijndrecht te fietsen. Als je dat tegen een buitenstaander zou zeggen, dan zou hij of zij ongetwijfeld de wenkbrauwen ophalen en je met een meewarige blik aankijken. Er rijdt toch een bus of trein?
Uitleggen dat je zelf ook twijfelde aan de deelname van zo’n “monsterfietsrit” gaat niet. Maar twijfels had ik. Vooraf, en zelfs heel erg vooraf. Uiteindelijk heb ik met behulp zachte drang van een aantal enkelingen mijn twijfel laten varen en besloten om als tussenrijder van de tweede groep een aantal andere fietsers achter me te houden (ongeveer zo’n 170 man/ vrouw). En dat beviel me prima: de blik vooruit.
Spijt heb ik niet gehad.
Na het startschot door de Zwijndrechtse wethouder Aike Kamsteeg, gingen 250 deelnemers welgehelmd op pad. –die ene die dacht zonder helm de tocht te kunnen volbrengen werd alras op de Mijlweg een leenhelm aangemeten.
Windje mee en daar was opeens de eerste pauzeplek, de plek die andere jaren de laatste was. En kleine variatie op het spreekwoord dat vele eersten de laatste zijn. De bediening was er niet minder op: snel werd ieder van zijn drankje voorzien, terwijl buiten de gesponsorde krentenbollen voor het grijpen lagen.
Daarna België in met daar de hulp van de vliegende brigadiers, Wat rijden die gasten hard. Vanaf de fiets komt het redelijk onbesuisd over en ik voel nu nog de rijdwind langs mijn hand. Ik schat dat de motaard zo’n tien centimeter van mijn stuurlint verwijderd was. Ook dat weer overleefd hebbend, stortte het peloton zich in De Tunnel. Om het op zijn Bels te zeggen: ik heb daar altijd wat schrik over. Houden de goede klimmers zich in toom, gaat de afzink niet te snel of te langzaam. Kortom een verhoogde hartslag en preventief actie ondernemen was het devies. De tunnel was de enige plek waar wij ons al tussenrijders hebben toegestaan om met z’n drieën naast elkaar te rijden. Aldus een blok vormend tegen al te druistige fietserds.
Het lukte!
Te Zwijndrecht, het lijkt uit de plaatsnaam dat die 250 fietsers al weer terug waren, een langere pauze, met toespraken en applaus, bedankjes en applaus, een bloemenschaal en applaus, cheques voor Kika en applaus en de soep. En een korte evaluatie van de gereden route door mijn tafelgenoten. Ze hebben genoten. Eendrachtig was het oordeel dat het tot dat moment geen moment had verveeld. De een genoot van de natuur, de ander genoot van de optrekjes die in diezelfde natuur als woonoord waren omgedoopt. Echt genoten hadden mijn tafelgenoten.
Na een aantal momenten werd het weer tijd om van Zwijndrecht naar Zwijndrecht te fietsen.
Wederom onder begeleiding van de turbogendarmes. Heerlijk door de rode lichten rijden. Alle auto’s en overige weggebruikers die netjes wachtten tot de grote groep voorbij was. België het land van fietsers, maar ook met gaten in de weg. Wat schrijf ik? Kuilen in de weg!
Mannamanaman, wat waren sommige stukken slecht. Dat daar geen valpartijen door zijn ontstaan, mag van geluk spreken, maar ook van het juiste aangeven van de obstakels en het onbrekende wegdek door de gele-hesjes-brigade.
De tweede keer De Tunnel op dezelfde gedisciplineerde wijze doorfietst en aangegeven dat er vanaf dat moment nog maar twee klimmetjes zouden komen. Achteraf bleek dat deze telling door iets mindere parcourskennis iets naast bezijden de waarheid was.
Verder door het Belgische lommer “Bij de Paters” de laatste rustplaats bereikt. (teruglezend is dat natuurlijk een rare zin…) Fietsen naast de kapel, dus daar kon niks meer fout gaan. Binnen of op het terras na het genieten van een kopje thee (of koffie) of wat dan ook -ik heb het niet voor iedereen genoteerd- werd het vertreksein van half vijf gegeven. En nu eindelijk toch maar in korte mouwtjes, dit ondanks Albert’s advies om de mouwen van het jack op te stropen. In die resterende 53 kilometers zou het toch niet meer zo koud worden was mijn mening, die haaks stond op het kledingadvies.
Het werd kouder, dat wel. Maar dat werd het pas na aankomst in Zwijndrecht.
Eerst nog langs kasteel Bouvigne, langs het Mastbos – daar waar ik lang geleden met mijn ouders op mijn eerste fietsje dwars door de bossen croste- langs het atlethiekterrein waar ik voor het eerst besefte hoe lang 400 meter hardlopen is en hup weer eens een keer over de A16.
En hup, de laatste klim: de Zwijndrechtse brug en de ereronde door Zwijndrecht met een oorverdovende begroeting daar de Zwijndrechtse brandweer.
Op naar het juichende ontvangst op Bakestein, daar waar veel vrouwen, mannen, partners, kleinkinderen, kinderen, neven, nichten, schoonzussen en –broers zich hadden opgesteld om de helden bij hun ongeschonden terugkomst te begroeten. Daarna onder de opblaaswelkomstboog door en begeleid door het wegblazende disco-housekabaal de bidon en het vaantje in ontvangst genomen.
En toen werd het koud.
En vandaag (de dag na de dag hiervoor) de warmte in mijn gevoel: wat een geweldige rit was het weer. Wat een geweldige nieuwe route was het weer. Wat een geweldige begeleiding (auto’s, motoren en fietsers) was er weer.
Hoop dat ik zo de vijftigste Zwijndrecht-Zwijndrecht mee kan maken. Ach en dat is pas over 15 jaar.
Douwe.
3 juni 2012
Een gewone NTFU toertocht; maar toch net heel anders 2-6-2012
Zaterdag 2 juni 2012 heb ik toertocht Zwijndrecht (NL) - Zwijndrecht (B) v.v. gereden.
Dit is een NTFU klassieker. Dat betekent dat alles perfect in orde is!
En dat was het ook.
De toertocht wordt georganiseerd door DTC de Mol in Zwijndrecht. Het is volgens NTFU normen een GTT. Dat wil zeggen er wordt in groep gereden. Het speciale karakter van de toertocht is dat motoren en auto's de tocht begeleiden. Behalve politie- en verkeersregelaarsmotoren rijdt er een auto voor het peloton. Achter het peleton rijdt ook een aantal auto's. Onder andere een bezemwagen met aanhanger voor de fiets. Kun je niet meer volgen, geen probleem! Lekke band? Je krijgt een ander wiel gestoken en je kunt verder! Moet je even lossen in verband met een lekke band of plaspauze? Je wordt teruggebracht door achterrijders, die je fijn uit de wind zetten. Moet je je tijdens gewone toertochten altijd aan de verkeersregels houden, hier wordt alles voor de toerrijders aangepast. Verkeerslichten, fietspaden, vandaag niet voor ons. Met gillende sirenes wordt de straat schoongeveegd.
Mijn persoonlijke ervaringen op deze fiets-hoogtijdag waren als volgt:
Opstaan om 04:35 uur om per trein op tijd in Zwijndrecht te kunnen zijn. Daar om 08:00 uur de start van het, naar schatting, 250 man/vrouw sterke peloton gezien. Voor mij is 220 km wat teveel van het goede. Ik werd daarom per luxe touringcar met fiets in de aanhanger vervoerd naar Zwijndrecht (B). Toen de groep daar aankwam waren er onder andere lekkere soep, drinken en toespraken van de sportwethouder van Zwijndrecht (B) en de voorzitter van DTC de Mol. Ongelooflijk hoe fit sommige deelnemerser nog uitzien na 110 km! Om 13:45 uur begon mijn fietstocht, terug naar Zwijndrecht (NL). Gelukkig was de snelheid van het peloton zoals op de website aangekondigd: ongeveer 26 km/u gemiddeld. De kruissnelheid was ongeveer 27/29 km/u. Ik kon goed volgen. Voor mij was het hoogtepunt van de dag toch echt de met sirene heen en weer racende Belgische motoragenten die alle verkeer aande kant blazen. De Belgische voetgangers op het trottoir beginnen spontaan in hun handen te klappen. Wielerliefhebbers, die Belgen. Een autotunnel voor ons helemaal afgezet en een stukje Antwerpen Centrum voor ons alleen. Aan de Belgisch-Nederlandse grens neemt de Belgische motorpolitie (helaas) afscheid, onder luid gewuif en geroep van de toerfietsers. De Nederlandse motorpolitie en de verkeersregelaars doen prima hun werk, ook zij vegen de straat helemaal schoon voor ons, maar de Belgische collega's maken gewoon wat meer spektakel, lawaai en snelheid tijdens het heen en weer rossen met hun motoren. Mijn moeilijkste punten waren de bruggen (en de steile tunnel omhoog). Daar wordt, voor mijn doen, behoorlijk tegenop geknald. Gelukkig alles overleefd, lossen was deze dag voor mij niet echt een optie! Bij aankomst in Zwijndrecht (NL) reden we nog even langs de brandweerkazerne. De contacten van de toerclub DTC de Mol met de brandweer van Zwijndrecht zijn ook heel goed. Toevallig stond de brandweer bij ons passeren daar net van alle brandweerwagens de sirenes te testen!
Dit jaar was de 35ste editie van Zwijndrecht-Zwijndrecht v.v.
Persoonlijk denk ik dat zo'n organisatie niet opnieuw is op te zetten. Overal bezwaren.
Ik hoop dat alle goede contacten van DTC de Mol nog jaren blijven bestaan.
Wil je eens iets anders? Dit is het!
Gerlach van Beinum
Haarlem
Stam Molrit 27-5-2012
Zondagmorgen was het voor mij heel eenvoudig om een keuze te maken uit De Mol-fietskleding. Op deze al vroeg zon overgoten morgen werd het dus korte broek en shirt zonder mouwen. Het hier aan klevend nadeel is natuurlijk dat er veel meer zonnebrand gesmeerd diende te worden. Zwager Bart zou samen met Corné voorrijden, zodat ik er rekening mee had gehouden dat hij vroeger dan normaal zou verschijnen, maar gewoon op normale tijd reden wij naar onze residentie en al snel sloot René aan. Aan het aantal fietsen aan de stang was te zien dat wij met een grote groep zouden vertrekken. Het rituele informatie praatje werd door Corné gehouden, waarna wij konden vertrekken. Zwager Bart en Corné voorop, de politieagenten Chris en (Dirty)Harry daarachter en ´the other yellow guys´ Rinus en Douwe zochten een plekje in het midden van de groep en achter in, en Ferrie en Steven waren 'the rescuers´ in de volgauto.
Duo B en C gingen lekker van start en wij met z'n allen er achteraan. Het was maar goed dat ik mijn zonnebril op had, want toen wij over de Baanhoekbrug reden weerkaatste de zon al stevig de zonnestralen in de onder ons door stromende rivier. Aan de overkant van het water aangekomen reden wij de spoorviaduct onderdoor en reden over de muzikale Ouverture die overging in de Sonate. Dit klinkt als muziek in de oren, dus wij reden met de muziek mee. Het leek of wij van ons doel weg reden, maar dat was maar schijn omdat wij eerst de A15 nog over moesten, dit ging uiteraard gepaard met een klein klimmetje. Wij zijn vervolgens dwars door de bekende Waard(en) gereden. Wijngaarden, Giessen-Oudekerk, Giessenburg, Klein Peursum, Hoornaar. Wij reden in een constant toertempo en het was genieten. Spiegelende ramen, plaatjes van huizen. Ik reed op met een Moller, ben z'n naam even vergeten, die pas lid is geworden. Zijn zoon rijdt al langer bij de DRC. Gezellig zitten kletsen. Of onze rescuers het druk hebben gehad met lekke banden is mij ontgaan. Ik heb dus geen flauw idee, maar gezien het schitterende weer zal het wel meegevallen zijn. Na Hoog Blokland volgde Arkel en volgde het Lingebos, voor mij was het heel lang geleden dat ik in het Lingebos ben geweest. Ik ben ooit eens een dagje in het Lingebos geweest en na een dagje kalverjassen, biertje drinken teruggereden in de auto en aangehouden door de Rijkspolitie. Ik mocht gelukkig doorrijden en ben door de mazen van het gerechtelijke web gekropen. Na Herwijnen was het dan eindelijk zo ver en reden wij langs de Waal. Onderweg zijn wij veel wandelaars tegen gekomen. Op de Waalbandijk was het dus uitkijken geblazen. Op een gegeven moment zag ik de bruggen over de Waal liggen. Het leek wel of de bruggen in één smolten alsof er maar één brug laag, gezichtsbedrog natuurlijk, maar toch! Eenmaal de brug over was het nog maar een klein stukje naar het rustpunt in Zaltbommel met de wel heel toepasselijke naam 'Café-Restaurant De Verdraagzaamheid'. In een verhardende maatschappij en een 'Lente akkoord' waar je ziek van wordt, een mooi moment om te gaan rusten. Het duo B en C hadden voor de liefhebber een arrangementje geregeld. Zelfs 50 eurocent goedkoper dan de week er voor. Na binnen koffie met appeltaart gehaald te hebben, ben ik op de uitnodiging van Adri N. in gegaan en ben bij hem aan tafel aangeschoven. Even later schoven ook Richard, Piet en Jan aan. In de schaduw van de Verdraagzaamheid hebben wij onze door de zon geteisterde babyfaces tot rust laten komen en uiteraard de nodige koffie gedronken om te voorkomen dat wij zouden uitdrogen.
Na de pauze was het 'Fast Team Time' . Wij, een mannetje of vijftien, namen afscheid van de toergroep en reden Zaltbommel uit. Toen wij de dijk opdraaiden richting Gameren, draaiden de koprijders direct het gas open en scheurden wij met de wind in de poeperd met een snelheid van 40 a 41 km per uur over de dijk. Ik maakte voor mijzelf even een calculatie en ging er van uit dat ik voor twaalven thuis zou zijn. Harry en Chris hadden hun oranje hesjes overgedragen aan Jan en nog iemand en reden met 'The Fast Team Train' mee. Wanneer je met zo'n vaart over de dijk vliegt, geeft je een enorme kick. Zulichem en Brakel waren wij voorbij voor dat wij er erg in hadden. Wij reden op een gegeven moment op de Andelse sluis en afgedamde Maas aan. Geen vuiltje aan de lucht. Maar... toen sloeg het noodlot toe en één van ons kwam op de brug ten val en maakte een lelijke smak op het wegdek. Gelukkig hadden wij Chris in ons midden. Een arts is op z'n moment van cruciaal belang voor een voorlopige diagnose. De ongelukkige is in de schaduw gezet en Chris is bij hem gebleven. Hoe het met de ongelukkige is afgelopen weet ik niet, maar ik hoop (via reflecties) te horen dat het goed met hem gaat. In ieder geval wens ik de ongelukkige een voorspoedig herstel toe. Wij zijn verder gereden. In eerste aanleg reden wij even wat rustiger, maar dat was maar van korte duur. Wij zijn via de rechterkant de brug naar Gorinchem overgestoken. Op de brug was het ieder voor zich en de snelle duivels zoals Jan-Willem, Harry en nog een paar spoten weg. Na de brug groepeerden wij weer. Via Avelingen hebben wij het fietspad genomen evenwijdig aan de A15, daarna Giessendam en toen weer over het fietspad langs de A15. Mijn simpele ANWB-Travel & Co registreerde soms snelheden van 44 km p/u, dat was bijvoorbeeld op het moment dat Arie weg wilde demarreren en Jan-Willem de achtervolging inzette. Het laatste colletje op onze weg was nog de Baanhoekbrug en toen was het weer gedaan met de pret. Een aantal zijn nog naar onze residentie gereden. Jan-Willem en ik zijn direct naar huis gegaan. Een halfuurtje later dan was gecalculeerd.
Een heerlijke dag, alleen jammer van de valpartij van één van ons. Desondanks een goed georganiseerde dag waar ik met veel plezier op terugkijk.
Ad Doedijns
Superbe Molrit 20-05-2012
Bliksem, tellen, razende donder.
De nacht voor de dag van de Supermol. Het jaarlijks evenement dat vele Mollers als een ultieme voorbereiding beschouwen voor het andere (ook jaarlijkse) evenement: Zwijndrecht-Zwijndrecht. Kilometers maken heet dat in toerfietsersjargon.
Maar eerst die nacht: stuiterend in het bed en hopend op overdrijven van de onweersbui.
Maar weer dat licht en die razend rollende donder. En daarna nog even een helse bui. Waterhoos, zo leek het.
De grap die Rinus en ik steevast maken: Rinusrit is een regenrit, wierp zijn schaduw vooruit. - sommigen adviseren daar overheen te springen, maar dat gaat dan ineens weer ergens anders over-
Waterhoos, zo was het.
Op mijn gemakkie om zes uur de slaapresten uit mijn ogen wrijvend, bezag ik met een “kennersoog” de door Wodan aangerichte schade. Valt wel mee, was mijn indruk. Dus korte broek en jackie. Trouwe lezers weten van mijn dilemma ’s morgens voor het vertrek voor de kledingkast…
Zeven uur fiets in de auto geladen en rustig naar het clubhuis gereden –alwaar al een heleboel fietsen aan de pijp hingen. Niks in de gaten hebbend, stelde ik zo in mijn eentje dat de mannen en vrouwen er zin in hadden. Immers, arriveer ik meestentijds als één van de eersten in het clubhuis. Verrast was ik dus met de hoeveelheid enthousiastelingen. Bij het bestellen van mijn kopje thee, meldde Co me dat het half acht was. Da’s fijn zo’n sprekende en wandelende klok in het clubhuis, dat zie je niet zo veel, dacht ik in mijn onschuld. Kopje thee naast de doos met de portofoons, zakje er in (in het kopje!) en de portofoons uitreiken en testen. Gelukkig het deed het allemaal. En toen begon Rinus aan zijn praatje. Denkend dat hij een half uur aan het woord zou zijn, trok ik mijn fietsschoenen aan.
Het praatje duurde welgeteld drie minuten! En er werd vertrokken!
Geintje dacht ik nog. Gedurende mijn week op Terschelling hebben die mannen natuurlijk gedacht die Ouwe een poets te bakken en die staan dan gewoon bij de Baanhoekbrug schaterend op me te wachten en keren daarna al grinnikend weer richting het clubhuis.
Daar zou ik toch niet intrappen. De thee laten staan, op de fiets meegezogen de Baanhoekbrug op. Maar wie er stopte, geen Moller. Het was geen poets, de Ouwe was gewoon vergeten te kijken hoe laat het vertrek van de Supermolrit was.
Nog iets over de rit?
Ja, genietend van het bijzonder landschap gelegen in het Groene Hart en kilometers makend. Dreigende grijze luchten in het oosten, daar waar de wijzen vandaan komen en vandaag ook misschien het regenfront. Dankzij het tempo konden we de wolken voorblijven en bleef het –op een paar spettertjes na- droog. Een viertal lekke banden werd uiteindelijk toch snel en vaardig met frisse lucht gevuld. Dat die lekke banden telkens te betreuren waren op plekken waar onze volgwagen net niet was en of net niet kon komen, zit hem meer in de keuze van de berijder van de fiets dan de bemanning van de volgwagen. In de 335 punten kaart is de Toercommissie van plan als punt 336 op te nemen: “gij zult pas een lekke band krijgen indien daartoe toestemming is verleend door de hoofdchauffeur van de volgwagen”. Uiteraard zal over dit punt nog uitgebreid met de diverse commissies moeten worden gesproken...
Kortom, ik zit zo goed als op het einde van mijn aviertje, de thuisblijvers of tijdvergissers hebben een mooie rit gemist, een fijne pauzeplek niet betreden en de kilometers niet gemaakt. Maar er is vast wel een volgende keer.
Douwe