Supermolrit naar Meije 20 mei 2012.
Zondagsmorgens heel vroeg werd ik wakker van een stevige ruzie van een koud- en een warmfront in de lucht. Het donderde en bliksemde enorm en het regende stevig. Ik heb mij lekker omgedraaid in bed, want het was nog veel te vroeg om op te staan, maar van lekker slapen kwam het niet meer. Omstreeks kwart over zes keek ik uit het raam en constateerde dat het droog was. Gauw de Laptop opgestart om Buienradar te raadplegen. Het zag er goed uit dus klaar maken om naar onze residentie te gaan.
Omstreeks tien over zeven ben ik thuis weg gereden, zonder zwager Bart, want die had andere verplichtingen. Bij onze residentie hingen nog maar relatief weinig fietsen aan de stang. Binnen ben ik natuurlijk eerst bij Co koffie gaan halen om daarna aan tafel te schuiven bij Cees B., Chris O., Adri N. . Later voegde Richard en Arie zich ook aan tafel in afwachting wat komen ging. Even voor vertrek nam Rinus v.d. B. het woord om de groep te informeren over de tocht, waarna wij vervolgens naar buiten gingen om ons voor vertrek op te stellen. Wij waren volgens mijn inschatting met ongeveer een man of dertig. Sorry, Eveline! Inclusief ... één vrouw.
Rinus en Ferrie namen plaats aan de kop en daarachter onze verkeersregelaars van deze tocht, Harry en Jan. Douwe stelde zich als regisseur in de achterhoede strategisch op. En de piloten van de volgauto, Kees de snor en Frans v.d. G. stonden gereed met draaiende turbines. Klaar voor de start... af en keurig omstreeks half acht reden wij bij onze residentie weg. Het was weliswaar nog fris, maar diverse Mollers hadden zich niet door de donder en bliksem laten afschrikken en verschenen in korte broek aan de start. In een rustig gangetje reden wij richting de wel bekende Baanhoekbrug. Na de brug koersten wij richting Alblasserdam om de brug over de Noord te nemen. Ondanks de tegenwind trapte ik lekker de kilometers onder mij door. De lucht zat nog dicht, maar zo vroeg in de morgen is dit niet zo vreemd. Af en toe moesten wij om een plas laveren, maar dit mocht de pret niet drukken. Alras waren wij de brug over de Noord over en koersten wij naar Ridderkerk. Tot nu toe ging alles van een leien dakje. Ondanks het natte wegdek nog geen Moller een lekke band. (Van de redactie 1 lek rijder en wel Ferrie) Wij zijn wel eens anders van start gegaan! Bolnes volgde, waaropde Van Brienenoordbrug zich aandiende. De brug werd zonder veel moeite genomen. Na de brug was Capelle aan den IJssel aan de beurt. Het was rustig op de weg zodat wij gestaag vorderden. Heel voorzichtig liet de zon zich schuchter zien. Nieuwerkerk aan denIJssel was de volgende plaats die wij passeerden. Ik reed samenmet Henk S. op onder het kletsen door gaf ik natuurlijk mijn ogen de kost om de mooie en leuke dingen om mij heen op te nemen. Waar precies weet ik niet meer maar volgens mij was het voor Moordrecht dat Ferrie zich als (Redactie voor de tweede keer) eerste meldde met een lekke band. Een wiel wisselen was geen probleem, want Kees de snor en Frans waren vlakbij. Na dit akkefietje reden wij weer verder. Het weer werd steeds beter. Volgens mij hadden de thuis blijvers inmiddels de haren uit het hoofd getrokkenvan spijt. De tocht leidde ons langs rivieren, vaarten en/of kanalen. Waddinxveen en Zwammerdam waren vervolgens aan de beurt. De streek veranderde van lieverlee van stads naar landelijk. Na Zwammerdam passeerden wij de Zuideinderplas en Noordeinderplas. De wegen in die regio waren smaller en de automobilisten soms agressief. Zonder vaart te minderen werden wij door sommige malloten gepasseerd. Wat verder op viel was dat wij steeds meer wielrenners in groepjes tegen kwamen. Zij waren ongetwijfeld een uitgezette toertocht aan het fietsen. Na de plassen te hebben gerondreden wij op onze stopplaats Meije aan.
Wij gingen koffiedrinken in De Hollandsche Boerderij. In de boerderij was een vertrek helemaal voor gereserveerd. De kopjes, koffiekannen en appeltaartstonden al uitnodigend klaar, alleen brandde het licht nog nietuitnodigend, maar dat was snel opgelost. In het vertrek was zelfs een gedeelte waar fauteuils en banken stonden en dezen waren snel bezet. Ferrie had zijn wiel mee naar binnen genomen en verwisselde onder het koffiedrinken zijn binnenband. Na een paar koppen koffie en appeltaart was het weer tijd om te vertrekken.
Kort na ons vertrek kwam ik er achter dat ik een langzame leegloperhad. Helaas was de volgauto niet ter plaatste, maar met assistentie van Ferrie en Gerrit was de binnenband toch vrij snel vervangen. Via Bodegraven, Nieuwerbrug en Waarder passeerden wij Oudewater. Onderweg was het een beetje gaan miezeren, maar ter hoogte van Oudewater scheen de zon alweer. Lekker trapten wij via Haastrecht, Vlist, Bergambacht naar het pontje om de oversteek te maken naar Kinderdijk. Op het moment dat wij bij de pont aankwamen vertrok de pont. De pont was al los van de kade, maar toen deschipper ons zag, stak hij weer achteruit en meerde opnieuw aanom ons nog gauw even mee te nemen. Wij hebben blijkbaar een streepje voor op anderen! Dus heel snel waren wij aan de overkant, waarop wij naar Nieuw Lekkerland togen om Ferrie even thuis af te zetten. Nagezwaaid door Ferrie legden wij nog even het laatstestukje af.
Een schitterende dag om te fietsen. Ik heb genoten. Met dank aan Ferrie, Rinus, Harry, Jan, Frans, Kees Lodder (de snor), Douwe en niet te vergeten de Mollers die zich niet hebben laten afschrikken door donder en bliksem.
Ad Doedijns
AA-autoleaserit 6 mei 2012
Door de weeks kijk ik regelmatig op de website van De Mol en op Facebook. Aan de hand van de berichten van Eric en Ronald bleek dat zij zich heelgoed hadden voorbereid. `s-Woensdags de rit achterste voren gereden met de Woensdaggroep en zaterdags nog een keer maar dan gewoon recht vooruit. De mannen zouden de rit met de ogen dicht kunnen rijden en al de bochten soepel kunnen snijden.
Toen zwager Bart mij kwam halen was ik net bezig mijn helm aan het opzetten. Ben direct naar de deur gelopen om open te doen. Handschoenen had ik al aan en mijn zonnebril hing in/aan het boordje van mijn shirt. Wat kan er nu nog mis gaan. Zwager Bart moest nog even banden oppompen. Ondertussen pakte ik mijn fiets.
Op weg naar onze residentie kwam ik er achter dat het best fris was. Had ik een foutje gemaakt door mijn zomerjack aan te trekken? Bij aankomst bij onze residentie viel het aantal fietsen aan de stang een beetje tegen, maar naar mate het uur van vertrek naderde werd het steeds drukker, Henk “Vingertje” Kelfkens kwam binnen en zijn maat/buddy Wim Schless. Zonder buddy is Vingertje hulpeloos. Vingertje vertelde dat hij vandaag niet van plan was om te remmen.
Even voor vertrek nam Eric het woord om ons te informeren, waarna wij ons gingen opstellen. Ik had een plaatsje gezocht, maar zwager Bart was in geen velden of wegen te bekennen. Toen wij vertrokken passeerden wij opperteller Cees, hij vertelde tijdens de pauze dat er 53 deelnemers aan de tocht deelnemen. Ik trapje even in mijn uppie en zag dat Heleen, alleen, achter Hans en Theo reed, ik ben naast haar gaan rijden. Wij hebben onderweg lekker zitten kletsen. Eric en Ronald hadden er zin in, want wij reden in een lekker gangetje, windje tegen, richting de Moerdijkbrug. Na de brug reden wij rechtdoor richting Zevenbergschenhoek. Vervolgens ging het richting restaurant Elszakkers. De fietsen van Eric en Ronald waren goed gesmeerd, want zij haperden geen moment. Onderweg wel een keer gestopt om achterblijvers, vast een lekke band, de gelegenheid te bieden om weer aansluiting te krijgen, waarna de trein weer op stoom kwam. Wij lieten Prinsenbeek links liggen en het zelfde deden wij met Breda.
Onderweg vertelde Heleen dat zij vorige week zondag vroeg waren vertrokken naar Limburg om een tocht te rijden. Zij waren er zo vroeg dat zij bijna voor de uitpijlers van de tocht uitreden. Zij vond het een leuke tocht door het Limburgse en naast gelegen Duitse landschap, waar zij ook de nodige hoogte meters heeft kunnen maken. Binnenkort reist zij af naar Mallorca om daar bij Fred Rompelberg de nodige hoogte meters te maken. Vorig jaar heeft zij niet of nauwelijks gefietst, maar als jullie het mij vragen, dan is zij bezig met eenheel goede come back en zal Hans op moeten letten dat hij er niet uit wordt gefietst. Ondertussen schoten de kilometers onder onze fietsen door en hoe zuidelijker wij kwamen, kwamen wij steeds meer grote groepen wielertoeristen, dat zijn wij toch immers, tegen. Het leek wel of het de Nationale Wielertoeristen Dag van Nederland was, zo druk was het. Onderweg kwam ik er ook achter dat ik mijn bidon met drinken was vergeten. “Beetje dom”, zou onze toekomstige koningin Maxima zeggen, maar tot nu toe was het geen probleem en ik dacht dat, als ik eenmaal bijgetankt zou hebben bij de Paters, ik het wel zou redden op de terugweg.
Zonder kleerscheuren arriveerden wij bij de Paters. Het was binnen vollebak, de kerk was namelijk net uit. Wij zijn via de achter ingang naar binnen gegaan. Op het terras zat een groep met grote glazen trappist voor hun neus, vast een zware kerkdienst achter de rug. Binnen konden wij gelukkig plaatsnemen in een aparte ruimte en dronken wij, wat je normaliter `s-morgens drinkt. Een tafel gedeeld, met Adrie N. Theo v.d. W., Richard, Arie ( als ik het goed heb) en Jan H. De zoon van Jaap kwam onze kaart afstempelen en Jaap probeerde Eric te verleiden met een glas trappist met cola, maar daar trapte Eric niet in. Hij miste namelijk het schuimkraag.
Na de pauze met de snelle groep mee, zwager Bart ging niet mee, want hij had een zwabberend achterwiel en helaas was er geen passend achterwiel voorhanden in de volgauto. Wij zijn met een man of negen bij de Paters weggereden en zouden dezelfde weg terugrijden als wij waren gekomen. Regelmatig hadden wij windje mee, maar ook regelmatig even tegen. Het wisselde dus en daardoor ook het tempo. Harry en Jan-Willem begonnen met op kop rijden en zouden die positie regelmatig opnieuw innemen. Het ging lekker, je voelt je meer wielrenner dan wielertoerist, maar dat is een subjectieve mening van mijzelf. Ik begon op een gegeven moment te merken dat mijn beenspieren begonnen te protesteren, omdat zij last kregen van een vocht tekort. De viaduct over de rijksweg op, ter hoogte van Terheijden, was het eerste echte moment dat mijn beenspieren begonnen te gillen om vocht, moeizaam kwam ik aan de andere zijde, maar daarna kon ik weer gewoon verder tot voor de Moerdijkbrug, Hans, Jan-Willem en Harry zetten een spurt in de brug op en toen moest ik lossen na de brug weer aansluiting gevonden. Op de Rijksstraatweg hebben Adrie N. en ik gas terug genomen en zijn in toertempo naar huis gereden. De rest denderende door.
Ondanks vocht tekort, “boontje komt om zijn loontje”, “eigen schuld dikke bult” een heerlijke rit gereden.
Ronald en Eric en jullie twee kompanen, die jullie hebben bijgestaan, regisseurs in de groep en piloten van de volgauto bedankt.
Ad Doedijns
Voorjaarstocht 21 april 2012
De weersverwachting voor afgelopen zaterdag was om te janken. Op veel plaatsen bewolking en her en der regen. In de ochtend breekt af en toe de zon door, maar de pret is van korte duur. Buien gepaard gaande met hagel en onweer. Voor mijn beleving was deze voorspelling een drama, want ik ging er van uit dat de opkomst op één hand te tellen zou zijn, maar wat schetst mijn verbazing toen ik samen met zwager Bart bij onze residentie arriveerden. Een twintigtal, of meer, racefietsen hingen al aan de stang en ik zag gasten die druk doende waren om hun fietsen in gereedheid te brengen voor de tocht der tochten, bleek achteraf.
De tocht zou door Cees Bakker en Wout Borman worden voorgereden, maar doordat Wout nog niet in staat is om op de racefiets te klimmen, mocht ik Wout vervangen.
De voorpret afgelopen donderdag had ik al binnen. Een mooie tocht, met droog en zonnige weer, maar wat zou deze dag ons gaan brengen. Cees hield het rituele inleidingspraatje. De rit zou zelfs gereden worden met vier verkeersregelaars, Cees B., Harry R., Henk Feyenoord en Gerrit de Webmaster. Onze piloten in de volgwagen waren Wim van P. en Jan van M.(of te wel Jan met de pet) Nu moeten jullie niet denken dat hij de pet er naar gooide, want dat is zeker niet het geval geweest. En ... niet te vergeten onze regisseur(s) achter in het peloton.
Wij vertrokken met 40 man sterk, nagevraagd bij onze plaatsvervanger teller Karel U., op slag van acht uur, om langs de golfbaan richting pontje Werkendam te rijden. Het pontje lieten wij uiteraard links liggen, want wij reden verder over de Zeedijk om via de Noorderrelsweg de Viersprong te passeren om via het Engeltje te belanden bij de spoorweg overgang om bij Willemsdorp halt te houden. In dit kleine stukje tot voor de brug waren er al vier lekke banden te melden. Wij hadden er bijna een uur over gedaan om Willemsdorp te bereiken. Tijdens het wachten liep een band van één van ons leeg en diende te worden vervangen. Wij stonden toch stil en wat moet je dan doen behalve bananen eten, beetje drinken en kletsen. Uiteindelijk kwam de volgauto en konden wij verder. Gelukkig was het droog!
Uitgerust reden wij de Moerdijkbrug over en reden wij richting Lage Zwaluwe. Met het windje van achteren, was het lekker licht trappen. Via de bungalowwijk door Lage Zwaluwe om onze weg richting Made te vervolgen Cees had regelmatig contact met de volgauto en regisseur(s) achter in het peloton, vanwege de pechvogels met lekke banden. Volgens mij hebben de achterhoede rijders de dag van hun leven gehad om al de pechvogels weer terug bij het peloton te brengen. Na Made volgde Den Hout en passeerden wij de Put van Caron en de Vrachelse Heide, waarna Teteringen in ons blikveld kwam. Na Teteringen reden wij via Breda, waar onze vier verkeersregelaars goed van pas kwamen, richting Bavel om na deze plaats in het Sint Annabos te belanden om daarop volgend "Het Nieuwe Bos" en het "Prinsenbosch" (Chaamse bos) te doorkruisen. Heerlijk fietsen vind ik dit door de bossen rijden op goed geasfalteerde wegen. Zelfs de volgauto kon mee. Onze verkeersregelaars snelden vooruit om de versperringsbomen weg te schuiven zodat Jan met de Pet en Wim er door konden. Tot nu toe was er af en toe een spat regen gevallen. In het "Prinsenbosch" hebben wij zelfs in het zonnetje gefietst. Na het laatstgenoemde bos zijn wij richting Chaam gereden om voor Chaam rechtsaf te slaan om uiteindelijk op de Bredaseweg te eindigen bij Pannenkoeken "Huis ten Bosch", waar een serveerster uitnodigend de deur open zette toen wij arriveerden. Toen ik naar binnenliep werd mij gevraagd waar zwager Bart was. Aangezien ik voorop heb gereden had ik natuurlijk geen flauw idee waar zwager Bart uithing. Na een SMS en telefonisch contact bleek dat hij met nog twee Mollers, Rinus v.d. B. en een zekere Arie als ik het wel heb, bij de Steengroeve zat, en dan bedoel ik dus Pannenkoekhuis "De Steengroeve". Arie was lek gereden en Rinus en zwager Bart zouden hem terug naar het peloton rijden. Zij waren niet tijdig rechtsaf geslagen en in Chaam terechtgekomen. Zij hebben daar de weg naar "Het Pannenkoekenhuis" gevraagd en zijn naar het verkeerde etablissement gestuurd. Gelukkig waren zij op tijd bij ons pannenkoekenhuis. In ons pannenkoekenhuis hebben wij koffie gedronken en appeltaart gegeten. De eigenaar had er voor gezorgd dat er voldoende personeel was zodat wij vrij vlot aan de koffie zaten. Ik zat aan een grote tafel tussen de twee Cees(en). Cees Bakker en Cees Baan. Met Cees de verkeersregelaar heb ik het o.a. gehad over de autorijdende kinderen en wat er zo bij komt kijken als zij met je auto rijden/rijdt. Soms blijken auto's en paaltjes in de weg te staan met alle gevolgen van dien. Gelukkig wel met een goede afloop.
Na de pauze was het nog steeds droog. Wij reden Truusje trap (met z'n allen, maar niet op één fiets) op huis aan in de richting van Bavel, maar eerst dienden wij het Ulvenhoutsebos te doorkruisen (weer een bos en niet de laatste). Na Bavel volgde Boswachterij Dorst, Teteringse Heide en Vrachelse Heide om in Terheijden uit te komen. Af en toe reden wij wat rustiger om de lekrijders en de terugbrengers de gelegenheid te bieden om weer aansluiting te zoeken. Cees Bakker was net een piloot hij was regelmatig in contact met de regisseur(s) waaronder Douwe en de volgauto. Wagenberg volgde en werd somberder en op weg naar Hoge Zwaluwe begon het even goed te regen en te hagelen. Vlak voor Hoge Zwaluwe zijn wij gestopt om iedereen de gelegenheid te bieden om een regenjack aan te trekken, maar wat vaak gebeurd na zo'n intermezzo is dat het dan stopt met regenen. Zo ook deze keer. Lage Zwaluwe volgde en weer moesten wij rustig rijden van wege lekrijders. Wij zijn rustig door gereden de Moerdijkbrug over en hebben tot ver op het eiland rustig aan gedaan. Op de Zeedijk hebben wij het toertempo weer opgepakt en zijn naar onze residentie gereden, omdat wij niet meer verwachtten nog te zullen worden ingehaald.
In de kantine een biertje gedronken. Theo R. nog gevraagd naar zijn ervaringen over zijn laatste tocht in Frankrijk. De Engelandvaarders zonderden zich even af om de komende trip te bespreken. Wat mij betreft is de benadering een glas is halfvol in plaats van halfleeg. Of te wel heerlijk gefietst bijna al de jaargetijden meegemaakt. De piloten, Wim en Jan met de pet, die het heel druk hebben gehad. Verkeersregelaars die het iets rustiger hebben gehad dan anders, maar heel belangrijk zijn geweest. Onze regisseurs in de groep Douwe en ik dacht Bas en niet te vergeten en ...Cees Bakker, die weer een mooie tocht in elkaar heeft gedraaid. Bedankt!
Ad Doedijns
Maasboulevard Molrit 15 april 2012.
Gisteren de Hageland Classic gereden en naar de verjaardag van mijn jongste broer geweest. Mijn coach, Diana, had mij gewaarschuwd om geen wijn te drinken. Dit advies heb ik opgevolgd, en warempel zondagmorgen was ik zo fris als een hoentje. Had ik niet gedacht! Zwager Bart was op het afgesproken tijdstip bij mij en wij zijn rustig in de richting van onze residentie gefietst. Onderweg kwamen wij Adrie N. nog tegen en gedrieën zijn wij op gefietst.
Het weer was somber en de wind had een kracht van 4Bft. Je zou dus denken dat er veel Mollers van zouden hebben afgezien om de fiets te pakken om af te reizen naar onze residentie. Dit is dus een misvatting, want het was best druk toen wij de kantine binnen schreden.
Ik heb het niet aan onze teller Cees M. gevraagd, maar ik schat dat er ongeveer een mannetje of 55 man acte de présence hebben gegeven. Na de bekende rituelen zijn wij vertrokken achter onze kopmannen Jan en Richard. Richard was de vliegende keep. Hij nam de plaats in van onze gekwetste Wout. Daar achter reden de verkeersregelaars Erik B. en...........Ronald S. Erik is een gelouterd verkeersregelaar en Ronald, ondanks dat hij ons er allemaal uit fietst, is een groentje als verkeersregelaar. Hij kreeg vandaag zijn vuurdoop. Hoe zal dit gaan....? Overigens, ik heb nog meer gele hesjes gezien, dus er hadden er meer dienst tijdens deze rit.
De rit zou ons brengen naar Beesd, maar om daar te komen dienden wij wel eerst de nodige inspanningen te verrichten, want wij hadden veelal de wind schuin tegen. Wanneer je je tactisch verschuilt achter de kont van je voorganger, dan valt het allemaal wel mee, maar als je voorop rijdt dan valt het vies tegen. Ik behoorde in ieder geval tot één van de gelukkigen die zich achter de kont van zijn voorganger kon verschuilen, zodat het mij niet zwaar af ging om de kilometers onder mij weg te trappen. De route door de Alblasserwaard ging richting Bleskensgraaf. Rijden langs de Graafstroom verveelt nooit, zo ook deze zondag. Mollenaarsgraaf, Ottoland , Goudriaan en Meerkerk volgden. Onderweg kreeg Dimitri een lekke band. Zwager Bart en ik wilde ook achterblijven om Dimitri terug te brengen, maar Onze regisseur achter in, Douwe, verordonneerde gedecideerd dat wij in gelid moesten blijven rijden. Bij de eerst volgende hoek maakte hij ons zo blij als een kind, omdat wij mochten hoeken. Konden wij toch even peren! Trappelend van ongeduld hebben wij gewacht tot het groepje met Dimitri aan kwam fietsen. Franco en Adrie waren er twee van. Wij sloten ons bij het groepje aan en hebben de achtervolging ingezet. Na Lexmond hebben wij nog een stukje Lekdijk gefietst. Na Culemborg richting Hagestein, en als ik het wel heb op de dijk richting de sluizen, werden wij door een auto ingehaald op het moment dat een tegemoet komende automobilist ons ging passeren. Adrie en ik hebben toen snel een gat laten vallen zodat de ons van achter passerende auto ruimte kreeg om uit te wijken.
Nu ik het toch over Adrie heb, een eindje verder op reden wij op een gegeven moment langs land waarop bloesemboompjes waren geplant. Volgens Adrie waren dit aardbeibomen. Speciaal gekweekt om staand aarbeien te kunnen plukken. Hij had buiten de waard gerekend, want ik heb aan aardbeien plukken een jeugdtrauma overgehouden. Ik ben in mijn jeugd, op de fiets naar 's Gravendeel gereden met een schoolvriend om aardbeien te gaan plukken, Moesten toen nog met de pont mee ook. Ik heb verschrikkelijk lang gedaan over het vullen van één mandje. Ik kreeg een bonnetje en kon met een volgend mandje beginnen. Ik was, mede door het slechte weer, afgepeigerd en ben zonder het bonnetje te gelden te maken en een desillusie rijker naar huis weer gekeerd. En ik moest nog eens de pont betalen. Die rot aardbeien hebben mij alleen maar geld gekost. Zo ... dit trauma ben ik kwijt.
Ik merkte meteen dat ik lekkerder op de fiets zat, het tempo was ook iets omhoog gegaan, maar dat kwam ongetwijfeld omdat de kopmannen trek in koffie kregen. In het eerste deel van de tocht zag ik de oranje duivels regelmatig langs de groep scheren om weer terug te keren naar hun plaats achter de kopmannen, nadat zij er voor hadden zorg gedragen dat wij veilig knelpunten konden passeren. Eenmaal in Beesd gearriveerd legden wij beslag op het Eetcafé 't Voorhuys, maar voor ik naar binnen ging sprak ik Douwe nog, die besluiteloos op zoek was naar een goed plekje voor zijn Tita tovenaar fiets. Ik heb de fiets even bewonderd en heb haar mogen aanraken en optillen. Vederlicht is zij, je wordt er zo verliefd op. Ik kan begrijpen dat Douwe haar niet moederziel alleen wilde achterlaten. Ik maakte nog een domme opmerking. Ik zei dat het een stalen frame was in plaats van titanium. Douwe corrigeerde mij direct op gepaste wijze.
Binnen achter in de zaak een plaatsje gevonden. Ik heb een tafel gedeeld met Bas, Douwe en Zwager Bart. Corné kwam ook nog even buurten. Gezellig even zitten kletsen met een kop koffie en stukje appeltaart. Na de pauze, op weg het café uit, Dirk I. nog gewaarschuwd dat er een snelle groep weg zou gaan. De vorige keer kwam hij er pas achter toen de groep al weg was. Buiten nog geprobeerd om Anne Marie en Eveline te enthousiasmeren voor de snelle groep, maar zij bedankten vriendelijk, waarna ik een plekje heb gezocht bij de snelle groep. Ongeveer een mannetje of 15. Onder andere Jonneke, Zwager Bart, Harry, Franco, Ronald, Adrie V., Adrie N., Arie, Hans van R. en nog een paar.
Ik had gehoopt dat wij terug de wind schuin mee zouden hebben. Helaas een misrekening, want wij hebben heel regelmatig het omgekeerde gemerkt. Schuin tegen dus! De mannen hadden er zin in, ondanks de tegenwind werd er stevig getrapt. Op de terugweg geen lekke banden gehad of andere ongein. Een paar maal hebben wij het gas terug gedraaid om iedereen een beetje op adem te laten komen om vervolgens weer gas te geven. Het wegdek tussen Leerdam, Rumpt, Gellicum , Asperen en Arkel vlooo onder ons door. Onderweg wel een beetje last gehad van groepen motorrijders. Regelmatig werd de kop gewisseld, maar de bekende snelheidsduivels reden meestentijd op kop. Na Arkel was het nog maar een klein stukje. Hoornaar, Giessenburg, Oudekerk en Hardinxveld-Giessendam waren wij gepasseerd voor wij er erg in hadden. Sliedrecht en de Baanhoekbrug werden toen nog even snel gevild. Op de Baanhoekbrug ging iedereen naar huis, behalve Adri N. Zwager Bart en ikzelf. Wij zijn naar onze residentie gereden om bij Co een biertje te drinken en de toergroep op te wachten. Ongeveer een halfuur later kwam en deel van de toergroep binnen en aan een lange rij, die een tafel vormde werd nog wat gedronken. Richard de L., Henk B., Karel B., de piloten Anneke en Corné, Eveline, Anne Marie, Huub, Douwe, Bas, en nog diverse anderen. Aan tafel nog even zitten dollen met Henk en Karel. Uiteindelijk gingen Adrie, Richard, Zwager Bart en ik als laatste weg. Behalve Co natuurlijk, want die moet de deur op slot doen!
Weer heerlijk gefietst mede met dank aan onze kopmannen, verkeersregelaars, andere gele hesjes en niet te vergeten onze piloten in de volgauto, want voor de gemoedsrust is het zo'n prettig idee dat hulp heel nabij is wanneer je een lekke band hebt en alleen maar een wiel hoeft te wisselen.
Ad Doedijns
Hageland klassieker 14-4-2012
Een dag waarop ik voor dag en dauw ben opgestaan. Vroeger dan op een normale werkdag. Het was zelfs te vroeg voor haantje de voorste, die zat nog op stok, terwijl ik in het donker met mijn fiets aan het worstelen was om die op de fietsendrager bevestigd te krijgen. Gelukkig had ik mijn TomTom de avond tevoren ingesteld op Kruisven, 2400 Mol.
Omstreeks kwart voor zes ben ik naar de Kerkeplaat gereden. Op het moment dat ik voor de stoplichten stond en de Kerkeplaat kon overzien, zag ik nog geen enkele auto staan van een Moller. Echter op het moment dat ik de Kerkeplaat inreed zag ik opeens een auto die met zijn koplampen een signaal gaf. Gelukkig ik was ik niet de enige. Ferrie stond al te wachten. Kort na mij volgenden er meer. Met een auto of zes zijn wij uiteindelijk op slag van zes vertrokken, met op kop de volgauto met als piloten, Annemarie en Huub. Er zou op google maps worden gereden. Dit ging goed tot dat wij de grens waren gepasseerd en google maps op de mobiel van Anne Marie niet thuis gaf. Wij hebben op een parkeerplaats overleg gepleegd en ik heb toen de kop overgenomen. TomTom stuurde mij ter hoogte van de afslag Hoogstraten van de rijksweg af de binnenlanden van België in. Via B-wegen en slingerde slang werden wij door de mist naar Mol gedirigeerd en zijn daar netjes op tijd aangekomen.
Nadat wij een polsbandje hadden gekocht, aan inschrijven doen zij niet, nog een kopje koffie gedronken, waarna wij ons naar de start hebben begeven. Met wij bedoel ik: Cees, Chris, Miranda, Theo v.d. W. , Ferrie, Corné, Dirk I., Arnold, Hans, Theo G. en ikzelf. Anne Marie en Huub hadden onze rugzakken e.d. meegenomen naar de volgauto en zij zouden ons even verderop opwachten. Wij zouden de 140 km route gaan fietsen. Het eerste deel van de tocht zou gaan van Mol naar Herselt, Aarschot, Rillaar en Tielt Winge, waar wij ons zouden kunnen bevoorraden. Vanuit Mol reden wij gelijk in ons Kikkerlandje over vlak terrein dat op een gegeven moment over ging in een glooiend en heuvelachtig landschap. Aan het begin van de morgen leverde dit mysterieuze vergezichten op, omdat de mist nog niet helemaal was verdwenen.
Cees en Chris hadden de taak op zich genomen om als voorrijders de groep te leiden en zij kweten zich bekwaam aan deze taak. Vlot voerden zij ons langs 's heeren wegen. Onderweg dienden wij een stop te maken omdat Corné een leegloper had. Later zou dit nog eens gebeuren. Wij dienden ruim baan te maken om de andere groepen ruimte te bieden zodat zij ons konden passeren. Het duurde ook even eer Huub en Annemarie bij ons waren, omdat zij helemaal achter de grote kleurrijke groep wielrenners aanreden. Eenmaal in de Tielt Winge bij de bevoorradingspost aangekomen, troffen wij een soort buffet aan met dranghekken, waar wij konden kiezen uit: Bananen, Madeleines, Eierwafels, Caramia-repen en drinken.
Toen wij ons aan het verpozen waren, voegden Dani, Frank en Bram zich bij ons. Zij waren iets later van start gegaan. Na een korte pauze zijn wij weer verder gereden richting Lubbeek, Kerkom en Molenbeek Wersbeek, de volgende bevoorradingpost. Onderweg keek ik regelmatig mijn ogen uit. Het is een streek waar louter en alleen maar vrijstaande woningen zijn gebouwd gelegen op riante kavels. Er zijn woningen bij die riant dan wel oogstrelend zijn. Minder oogstrelend waren de kasseien die wij moesten nemen. Met onze banden op 7 bar, zit je toch lekker te stuiteren op de kasseien. Ook leek het wel of sommige klimmetjes gemener/ steiler werden. Onderweg naar Molenbeek Wersbeek liet de zon zich steeds vaker zien en werd het warmer. Tijdens de stop in Molenbeek Wersbeek heb ik mijn dichte handschoenen ingewisseld voor mijn zomerhandschoentjes en heb ik mijn overschoenen uitgedaan. Tijdens deze stop hebben wij wat langer gepauzeerd en koffie gedronken of soep gegeten en onze boterham genuttigd.
Toen wij aan het volgende deel van de tocht begonnen lachte het zonnetje ons toe. Wij reden richting Bekkevoort, Diest naar Gerhagen. Onderweg hebben Hans en Theo G., Cees en Chris afgelost. Ook op dit deel ging het over heuvels en dalen. De samenstellingen van de tweetallen wisselden onderweg regelmatig. Hans en Theo zorgden er voor dat wij niet verslapten en uiterst alert arriveerden wij bij de laatste bevoorradingspost, waar wederom het nodige te eten en te drinken was. De laatste lootjes zijn normaliter zwaar, maar niet deze keer, want wij waren gezien de verreden afstand nog behoorlijk fris en fruitig. Voor nieuwe energie, na de boost Aquarius, legden wij de laatste etappe af, via Meerhout naar Mol.
De meesten zijn direct naar huis vertrokken, maar een paar, Chris, Cees, Ferrie, Corné en ik hebben nog een douche genomen om de buitenkant te verfrissen om vervolgens met een drankje de binnenkant te verfrissen. Wanneer je je polsbandje inleverde kreeg je als aandenken een bidon. Een dag die als zeer geslaagd mag worden beschouwd, de organisatie was goed en de bevoorrading heel goed te nomen. Ik had in feite helemaal geen boterham en banaan hoeven mee te nemen, want er was meer dan voldoende aanwezig. Wat mij betreft staat deze tocht volgend jaar weer op de kalender, want het is een tocht die de moeite waard is en een leuk alternatief voor diegene die te laat zijn met inschrijven voor de Amstel Gold Race.
Ad Doedijns
Trendhopper Molrit 8-4-2012
De weersvoorspelling voor deze dag is niet bepaald hoopgevend, maar ik heb het wel slechter meegemaakt. In de ochtend snel wegtrekkende regen naar België. Daarna zonnige perioden. Stevige wind, 5 Bft. Zo steek dit maar vast in je zak!
Bart was mij komen halen en toen wij het bruggetje overreden het fietspad op voegden wij ons direct bij Gerrit The Webmaster, die net kwam aanrijden en reden wij gedrieën verder om ter hoogte van de golfbaan plotseling in onze gezapige slipstream Ronald, Miranda en Peter Klip mee te nemen, of te wel zij sloten zich bij ons aan. Kortom wij hadden al een groep en zouden hoe dan ook kunnen vertrekken met de volgauto. Eenmaal bij onze residentie aangekomen, bleek al snel dat wij niet de eerste waren. De kantine was goed vol. Bekenden en minder bekenden waren ons al voor. Co moest zelfs koffie bijzetten. Bart was zo vriendelijk om de kop koffie die hij bij Co had besteld aan mij te geven en zelf zou hij wachten op een verse bak. Heeft hij geweten hoor! Wij stonden op vertrekken toen hij zijn koffie kreeg. Hij heeft snel de koffie opgedronken en zijn tong verbrand. Tijdens de rit heb ik van Bas vernomen dat wij met bijna zeventig man zijn vertrokken. Dit wil toch wel wat zeggen over de animo van de leden om dit seizoen bij weer of geen weer te fietsen.
Onder leiding van het duo Chris Ockeloen en Cees Baan zijn wij met droog weer vertrokken. De rij werd gesloten door onze volgauto met de piloten, Pieter Reehorst en Rinus v.d. Burg. Die twee in de auto zouden een makkie hebben tijdens de tocht, want zij zouden nergens last van hebben. Hier kom ik nog op terug. Het eerste deel ging door de Dordtse Biesbosch, langs de Elzen, Viersprong en over het fietspad waar je als een engeltje fietst. Voor de Moerdijkbrug waren er al twee lekke banden te noteren en een regenbui die diverse Mollers deden besluiten om hun regenjack aan te trekken, maar op de brug was het alweer droog. Dus al die moeite was voor niets. Via Moerdijk reden wij richting Zevenbergen om vervolgens Zevenbergen rechts te laten liggen om op Zevenbergschenhoek af te stevenen. Met de straffe wind was dit geen sinecure en de kasseien die wij op onze weg tegen kwamen. Gelukkig konden wij op een strook naast de kasseien fietsen, want anders was het lekke banden leed waarschijnlijk helemaal niet te over zien geweest. Blauwe Sluis werd doorstoken en gingen wij op Hoge Zwaluwe aan. In Hoge Zwaluwe, als ik het goed heb, moest Huub zich gewonnen geven, want hij werd geveld door een leegloper. Het achterwiel werd al verwijderd, maar moest weer teruggezet worden, want onze piloten, Rinus en Pieter, moesten hem teleurstellen, want zij waren door de reserve wielen heen. Huub was nummer zeven. Snel werd de pomp gepakt en werd de band op spanning gebracht zodat wij onze weg weer konden vervolgen. Op weg naar Drimmelen stond Gerrit te hoeken met de telefoon in zijn hand. Wij moesten even inhouden, want Gerrit moest eerst nog even zijn handschoenen aantrekken. Wij hebben de groep niet meer ingehaald. Vlak voor Drimmelen moest de band van Huub opnieuw van lucht worden voorzien.
Bij aankomst bij 't Voske in de jachthaven was het buiten druk, maar dat waren bijna allemaal ongelukkigen die bandenpech hadden gehad en dus eerst weer moesten ruilen van wiel om de binnenbanden te verwisselen. Zwager Bart was ook één van deze ongelukkigen. Binnen hadden de meeste Mollers zich al geïnstalleerd en was niet Leiden maar 't Voske bezet. Gelukkig was het niet " Leiden in last". Een plekje gezocht aan " de ronde tafel" naast onder meer Anton, Dirk, Gerrit Franco, Gaby en Jan. Anton was druk doende met het samenstellen van een lijst van voorrijders voor de komende Zwijndrecht-Zwijndrecht. De bedieningen had de handen vol aan ons, maar redelijk vlot hadden wij toch koffie. Direct ook maar een kop koffie voor zwager Bart besteld, kon de koffie ten minste afkoelen en zou hij niet voor de tweede keer zijn tong verbranden.
Na een half uurtje was het weer zo ver dat wij gingen opbreken. Zwager Bart had al aangegeven dat hij niet mee zou gaan met de snelle groep, want de hooikoorts noopte hem om het rustig aan te doen. De voorbereidingen van de snelle groep werden getroffen, maar Luca was nog niet zo ver. Hij worstelde met een rugzakje. De snelle groep was dit keer niet zo groot als de week daarvoor, maar wel allemaal fanatiek. Reisleider Harry ging voorop en weg waren wij. Snel het Wilhelminakanaal over Drimmelen door en de brug over naar Raamsdonkveer. Via de landbouwtunnel zijn wij de brug overgereden. Na de brug zijn wij niet naar Hank gereden, maar zijn wij naar Dussen gereden. Harry moet gedacht hebben dat een derde keer door de toergroep te worden ingehaald funest zou zijn voor de moraal van de snelle groep. Na Dussen ging het richting Almkerk en Uppel. Het was hard werken, maar het geeft wel voldoening om je niet door de wind te laten kisten. Na Uppel reden wij op de brug aan naar Gorinchem. Op de oploop naar de brug spurtte Ronald weg met in zijn kielzog Henk. De rest reed in eigen tempo verder. Na de brug groepeerden wij weer en reden richting Schelluinen om voor Schelluinen links af te buigen om door de Alblasserwaard naar Sliedrecht te rijden.
Onderweg hebben wij het even rustig aan gedaan om op adem te komen, om vervolgens weer de draad op te pakken. Bij het nemen van de Baanhoekbrug voelde ik mijn dijen goed. Een teken dat ik hard heb moeten werken, maar het geeft een heerlijk en voldaan gevoel. Een heerlijke tocht, die wij met z'n allen hebben weten te volbrengen door hard te werken ook voor de piloten van de volgauto, want ik weet niet hoe het geweest is na de pauze, maar voor de pauze hebben zij het ongekend druk gehad.
Ad Doedijns
1 april 2012
Koud en vroeg.
Vroeg en koud, dat is het eerste waar ik aan dacht toen ik om tien over zeven (!!!!) op mijn Tita stapte. De zon was net op, dus had ik voor mijn ontbijt eigenlijk voor niks mijn lampje op het stuur gemonteerd. Onwetend van het feit dat het wel eens meteen licht was.
Als zovelen controleerde ik de avond voor deze 1-april-rit voor de zekerheid de vertrektijd. Het stond er toch echt: acht uur. En ik was er zelf bij toen deze vertrektijd werd be- en afgesproken. Je let even niet op tijdens zo'n vergadering en ja hoor: het Molpeleton dient midden in de nacht op te staan voor een ritje van 100 kms.
Langs de golfbaan rijdend, dus al dicht bij de warme thee, zag ik het rijp op de grassprieten. Dus geen nachtvorst, maar gewoon dagvorst. Koud en vroeg.
Het natuurverschijnsel zon verrichtte na ons vertrek al snel haar taak en verwarmde voorzichtig de koude handen, voeten en oren. Zo voor de Alblasserdamsebrug, met genoemde planeet schijnend in de rug, was haar werk al voelbaar. Niet genoeg om te kunnen denken om in de Magnetische pauze je te ontdoen van een laagje kleding, maar toch.
Omdat het terras nog niet klaar was op de pauzeplek (te vroeg in het jaar, teveel zand of pas bestraat?) werd de meute binnengelaten. Het is toch altijd verwonderlijk hoe snel sommigen de tweede bak al achter de kiezen hebben, terwijl anderen nog zitten te smachten naar de eerste. Verder bleef de verwachte "neut" achterwege. En daar hadden er een aantal zich echt op verheugd. Maar ja, je kunt ook niet meer verwachten dat voor een kopje koffie van 2 euro 20 je helemaal in de watten wordt gelegd. Crisis mensen, crisis. Ook in de horeca.
Nade pauze ging, na goed overleg, eerst de snelle groep op pad. Zij wisten de route, zo zeide men. Hilarisch was het moment toen de "langzamen" de snellen in het vizier kreeg en uiteindelijk op hetzelfde moment de boot moesten nemen. Gelukkig, dat ook een noodscenario was besproken: de snellen mochten als eerste in de boot worden genomen. De "langzamen" ontmoetten de snellen pas weer op het clubhuis. Iedereen met pretoogjes, want André enGino hadden een mooie rit samengesteld. Met een voor ieder een acceptabel tempo. En waar het te hard ging (vermoeidheid, ongetraindheid of steile klimmen), kon ik van achteruit het peleton-met behulp van de portofoon- in het uiterste geval André verzoeken tot een rustiger tempo, opdat ieder weer kon aansluiten.
De techniek staat voor niks, met als gevolg: geen onrustig heen en weer gerijd naar één of meerdere voorrijders.
Al was het vroegkoud bij de start, het was hartverwarmend te zien hoe het werk van de voorrijders, de verkeersregelaars(mannen van stavast)en de chauffeurs van de volgauto, als een geöliede machine een peleton van 47 Molleden een veilige en rustige tocht hebben geboden.
De andere tien Molleden die een uurtje later op het clubhuis aankwamen, tja die hebben pech gehad. Het stond er toch echt: acht uur vertrek op 1 april. Dat was geen grap.
Douwe.
Rabo Bergtoer Ochten 1-4-2012
Zoals te doen gebruikelijk bij buitenritten is het voor degene, die niet rechtstreeks naar het startpunt rijden, verzamelen op de Kerkeplaat. Zo ook afgelopen zaterdag. Omstreeks kwart voor zeven kwamen zwager Bart en ik aan en wij waren de eerste, maar kort daarna volgden er meer. Uiteindelijk reden wij met een vijftal auto's achter Bert de Kluyver in De Mol-volgauto weg.
In Ochten wezen parkeerwachten in de nabij van Resort Rivierendal ons een parkeerplek. De parkeervoorziening was goed geregeld. Eenmaal in het restaurant Rivierendal hebben wij ons door middel van "Scan and Go" laten registreren. Mooi systeem. Bliep... en je gegevens zijn verwerkt.
Polsbandje om en gauw aan de koffie. Wij waren met een mannetje of 20, inclusief Miranda en Anneke. Om verder een paar namen te noemen, Chris O., Cees Bakker, Corné, Jaap B., Theo vd W, Theo R. Henk B., Ferrie v. G., Ger de W. en zijn maat, Jan-Willem S. en Rien N.
Omstreeks kwart over acht reden wij bij het resort weg onder aanvoering van Chris O. en Jan-Willem S. Toen wij uit Ochten vertrokken was het somber de lucht zat dicht en het was fris, maar toen wij een beetje warm gedraaid waren was van de frisheid niets meer te merken. Chris en Jan-Willem zorgden er voor dat wij binnen no time op temperatuur waren. Ook speelde de wind die wij tegen hadden een rol. Via Kesteren reden wij naar de brug over de Rijn om Rhenen aan te doen. Het is net als of je de grens over gaat, want direct verandert het vlakke landschap in heuvelachtig gebied. Vrijwel direct konden wij voor het eerst aan de bak om de Grebbeweg (Grebbeberg) te nemen. Zodra de klim begint zie je dat het ieder voor zich is. De ruggen worden gekromd en stampen maar. In feite hebben wij toen stand licht omhoog of licht omlaag gefietst richting Wageningen, Doorwerth, waar wij getrakteerd werden op De Holleweg. Een stevige opgang. Toen manifesteerden onze voorrijders zich als echte klimgeiten. Onverschrokken stampen zij naar boven. Een van ons dacht tijdens de klim slim te zijn door een verzetje lichter te schakelen, maar dat moest hij bekopen met een aflopende ketting. Na deze krachtsinspanning reden wij richting Oosterbeek. Je kijkt je ogen uit wanneer je de stulpjes passeert, die even van de weg af liggen in veelal riante tuinen. Rozendaal volgde en dus de Posbank ook tijdens deze klim viel ons peloton uit elkaar. Sommigen lieten zich tactisch terugzakken en anderen schoten naar boven. Na een klim, waarvan je denkt dat er geen eind aan komt, komt er een stuk met mooie vergezichten, als je ten minste de moeite neemt om je heen te kijken.
Op een gegeven moment begon het te miezeren en naarmate wij dichterbij het rustpunt bij de Dierense Boys in Dieren kwamen, begon het harder te miezeren. Het rustpunt kwam precies op tijd. Wij hadden toen ongeveer 70 km gereden. ( kan iets meer of minder zijn geweest. Een kniesoor die hier op let.) In de kantine van v.v. Dierense Boys zijn wij voor zover dit mogelijk was met z'n allen bij elkaar gaan zitten en hebben gezellig koffie gedronken. Na de pauze was het droog en is het droog gebleven. Zelfs brak af en toe de grijze deken boven onze hoofden open en liet het zonnetje zich zien.
Na Dieren achter ons te hebben gelaten reden wij op Laag-Soeren aan om bij de Emma-Piramide uit te komen. Weer een prachtige klim die je dijbeen doet bollen alsof er een ballontje wordt opgeblazen. Heerlijk afzien is dit. Zeker als je boven komt en je denkt nog wat kracht over te hebben. Ik heb het steeds over de klimmetjes gehad, maar jullie begrijpen natuurlijk wel, dat als je omhoog fietst je ook een keer naar beneden moet. Dit hebben wij uiteraard diverse malen gedaan. Het is dat wij helmen ophadden, maar als wij zonder hadden gereden, dan hadden onze haren strak naar achteren gestaan. Na enigszins van de extase van de Emma-Piramide te zijn bekomen vervolgden wij onze tocht richting Schaarsbergen, Wolfhezen en Bennekom om bij Rhenen, en dus bij de Grebbeberg uit te komen. Ook deze klim hebben wij manhaftig geklaard. Daarna ging het terug naar de brug over de Rijn en ging het richting Kesteren om weer bij Resort Rivierenland in Ochten uit te komen.
Na de rit hebben wij ons uit laten scannen, zodat zij ons later op de avond niet behoefden te gaan zoeken, en zijn nog met de grote groep wat gaan drinken. Onder het genot van een biertje heb ik zitten bijkomen. Ik voelde mijn dijen goed en mijn wangen die gloeiden. Jan-Willem Sweep is op de fiets naar huis gegaan, die heeft er die dag zo'n 250 km in de benen gefietst. Hoe moet je zo'n dag beschrijven? Met een stel bikkels de heuvels bedwingen." DA'S LEKKER"
Ad Doedijns